Met vriendelijke toestemming van Din Pieters, hoofdredacteur van Museumtijdschrift, is hier haar artikel over documenta 12 overgenomen. Deze tekst verscheen rijk geïllustreerd in het julinummer (nr 5, 2007) van Museumtijdschrift. Om naar de website van Museumtijdschrift te gaan klik hier op www.museumtijdschrift.nl
Hoe actueel is de Documenta die eens in de vijf jaar in Kassel plaatsvindt? Al sinds de eerste aflevering in 1955 trekt de tentoonstelling massa’s bezoekers op zoek naar de nieuwste trends in de kunst.
[photopress:IoledeFreitas.jpg,full,alignleft]Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
In één dansende golfbeweging neemt de installatie van de Braziliaanse Iole de Freitas (1945) bezit van het Museum Fridericianum. Buiten contrasteren de elegant gebogen lijnen van staal met ‘zeilen’ van mat en transparant plexiglas mooi met de streng-symmetrische gevel van dit classicistische gebouw, het hart van Documenta 12. Binnen dwingen dezelfde meanderende lijnen en vlakken de bezoeker tot omtrekkende bewegingen. Tegenover het grote gebaar van De Freitas brengen de Rus Anatoli Osmolovsky (1969) en de Chinees Zheng Guogu (1970) speelgoedtanks van brons en gefrituurd deeg in stelling. Nog twee andere kunstwerken vragen hier aandacht, beide zijn rond 1970 ontstaan. Het kleurige seriële werk van Charlotte Posenenske (1930-85) houdt zich nog wel staande, maar de geschakelde, transparante acrylstrips van Mira Schendel (1919-88) komen door het bescheiden formaat en de materiaalovereenkomst met De Freitas eigenlijk niet goed tot hun recht. Deze zaal geeft in een notedop weer waar het de artistiek directeur van Documenta 12, Roger M. Buergel, om gaat. Met de migratie van vormen als een van de uitgangspunten koos de Oostenrijker samen met de feministische curator, en echtgenote, Ruth Noack, voor opvallend veel onbekende vrouwelijke kunstenaars uit alle windstreken en tijden. Nooit eerder werden Perziche tapijten, Mogul miniaturen, geborduurde Russische gezichtssluiers en een Malinees bruidskleed zo gecombineerd met hedendaagse kunst. Je kunt de werken louter formeel bekijken en vorm, kleur, formaat en materiaal met elkaar vergelijken. "Vertrouw op je ogen", zegt Buergel in een ipod- rondleiding, tegelijk waarschuwt hij dat kunst zonder inhoud tot decoratie vervalt.
Documenta 12 biedt ogentroost én politiek. En dat is ook de bedoeling van het echtpaar dat de vraag ‘Is moderniteit onze oudheid?’ als ander leitmotiv koos. Moderniteit, niet te verwarren met modernisme, omvat ongeveer alle positieve en negatieve ontwikkelingen van de moderne tijd: kolonialisme, totalitarisme, maar ook democratie, technologische vooruitgang, verlichting en bevrijding van godsdienst en tradities, met als keerzijde ontworteling en verlies van identiteit. Kortom zo’n beetje alles wat ons tegenwoordig bezighoudt. Anders dan dit brede containerbegrip, beperkt modernisme zich tot de kunst van de twintigste eeuw en het idealistische streven naar een nieuwe, universele beeldtaal.
Utopie
Deze utopie vinden we niet alleen terug in het werk van de Duitse Posenenske, maar ook in dat van de Braziliaanse Schendel en De Freitas. De poëtische installatie van De Freitas gaat bovendien een dialoog aan met de rationaliteit van Museum Fridericianum, een gebouw uit de achttiende eeuw, het begin van de moderne tijd. Met de titel Add Oil and March Forward! plaatst Zheng Guogu zijn tanks nadrukkelijk in de actualiteit. Of ze daarmee ook werkelijk actueler zijn dan het modernisme, blijft de vraag. Esthetische en politieke motieven spelen ook een rol in de volgende zaal waar twee grote abstracte doeken van Lee Lozano (1930-99) hangen naast een verfijnd meisjesportretje van Gerhard Richter (1932). Hij schilderde dit portret van zijn dochter Betty liggend op de grond nadat hij foto’s had gezien van dode leden van de Baader-Meinhof Gruppe. Het werk van Lozano stamt uit het midden van de jaren zestig toen het minimalisme hoogtij vierde in New York. Haar abstracte motieven gaan terug op industriële, mannelijke vormen als hamers en schroeven. Van Richter is slechts één schilderij te zien, van de meeste kunstenaars kom je op verschillende plekken werk tegen. Zo suggereren de kleurige geometrische beelden en schilderijen van John McCracken, Gerwald Rockenschaub en Poul Gernes als duidelijk herkenbare tekens een soort samenhang. Ook de 1001 Chinese stoelen die Ai Weiwei naar Kassel verscheepte vervullen deze rol. In dit geval zijn het letterlijk rustpunten waarop je mag zitten. In het kielzog van de stoelen brengt Weiwei ook nog eens evenveel Chinezen voor een korte vakantie naar Kassel. Deze verbrokkelde presentatie pakt voor kunstenaars met een minder makkelijk herkenbaar, introvert oeuvre soms rampzalig uit. Zij hebben baat bij een rustige plek waar je geconcentreerd kunt kijken en daarvoor blijkt het tijdelijke paviljoen in het Auepark bijvoorbeeld totaal ongeschikt. Monumentale installaties met een duidelijk politiek statement komen in de labyrintische opstelling in het paviljoen beter tot hun recht, zoals de boot van de uit Benin afkomstige Romuald Hazoumé (1962) die is gemaakt van 421 jerrycans. Hij staat voor een panoramische foto van een idyllisch strand en verbeeldt de door veel Afrikanen gekoesterde wens om in het rijke Westen hun geluk te beproeven. Ook de foto’s die de Zuid-Afrikaan Guy Tillim (1962) maakte van recente verkiezingen in Congo vallen op. Van de Nederlandse Lidwien van de Ven (1963) draait in het Auepaviljoen een mooie korte video, opgenomen in een moskee in Damascus. Van de Ven, die in Museum Fridericianum zwart-wit foto’s toont, onderzoekt de botsing van culturen en religies in het Midden-Oosten en Europa. Een sprekend voorbeeld is de foto van twee moslima’s die in de tuin van een Berlijnse kerk zitten te barbecuen. In de kabinetten van de Neue Galerie komen kleine intieme werken wel tot hun recht, bijvoorbeeld van de Pakistaanse Nasreen Mohamedi (1937-90) en de Bulgaar Nedko Solakov (1957). In verfijnde pentekeningen beschrijft en illustreert Solakov op een grappige manier zijn soms absurde angsten. Verder zijn op deze locatie indrukwekkende videoinstallaties te vinden van Amar Kanwar en James Coleman. Coleman laat Hollywood acteur Harvey Keitel in een decor van omgevallen zuilen en antieke beelden mediteren over de tragiek van het menselijke bestaan. In Schloss Wilhelmshöhe gaan enkele kunstenaars, onder wie de schilder Kerry James Marshall (1955), de confrontatie aan met de schitterende collectie zeventiende-eeuwse Nederlandse kunst. Maar meer dan wat aardige vondsten levert deze exercitie niet op. Zo hangen de portretten van zwarte Amerikanen van Marshall, een van de coryfeeën op deze Documenta, onder een zeventiende-eeuws schilderij van een zwarte Ethiopische prinses die volgens overlevering een blank kind baarde.
[photopress:StuehleAi_Wei_Wei.jpg,full,alignleft]
Moraal
De vraag die Buergel en Noack stellen, vorm of inhoud, schoonheid of moraal, is fundamenteel en van alle tijden, maar valt eigenlijk niet te beantwoorden. Alleen schoonheid leidt, zoals gezegd, tot lege decoratie. Wat er gebeurt als beelden een overdosis politieke lading krijgen, toont de Pool Artur Zmijewski in een video. Drie groepjes Joodse, linkse en rechtse jongeren en enkele katholieke vrouwen van middelbare leeftijd bestrijden elkaars opvattingen onder zelfgekozen iconen. Wat begint als een spel ontaardt al snel in hooglopende ruzie en vernieling. Een klassiek voorbeeld van iconoclasme. De poging van Buergel en Noack om grote namen, de ‘usual suspects’ van de internationale kunsthandel, te mijden is nobel en prijzenswaardig. Maar hun verhaal verliest te vaak aan kracht door een slechte keuze van kunstenaars of een matige presentatie. Toch biedt Documenta 12 voldoende nieuwe ontdekkingen, maar de opeenstapeling van goede bedoelingen en politieke correctheid maakt eerder moedeloos dan energiek en strijdbaar. Het is alsof de urgentie ontbreekt die de vorige Documenta van artistiek leider Okwui Enwezor juist zo overtuigend maakte. Ook hij toonde trouwens, net als zijn voorganger Cathérine David, op ruime schaal oudere kunstenaars zoals Constant, Hanne Darboven, On Kawara en Berndt en Hilla Becher, naast bekende en onbekende kunstenaars uit de hele wereld. De eerste Documenta ontstond als ‘extra’ bij een bloemen- en plantententoonstelling. Nu is de situatie omgekeerd en dient de horticultuur als toetje. Tijdens ons bezoek was de Thaise kunstenaar Sakarin Krue-on nog druk bezig met de aanleg van een rijstveld op de heuvel voor Schloss Wilhelmshöhe en op het plein voor het Fridericianum waar Sanja Ivekovic papavers zaaide, was slechts pril groen en onkruid te zien. Er is een tijd van zaaien en oogsten. Wanneer de strijdliederen van Afghaanse vrouwen over het plein klinken en de opium en rijst geoogst worden, breekt misschien het echte feest pas los. Is het een goede Documenta? Op een van zijn tekeningen schrijft Solakov dat de woorden ja en nee hem altijd angst inboezemen, hij vermijdt ze liever: "smart people say ‘maybe’".
Din Pieters is hoofdredacteur van Museumtijdschrift
Documenta 12, 16 juni t/m 23 september, Kassel; dagelijks 10-20; toegang dagkaart €18,00, 2-dagenkaart €27,00; catalogus € 25,00; www.documenta12.de ‘Skulptur Projekte’, 16 juni t/m 30 september, Westfälisches Landesmuseum, Domplatz 10, Münster; dagelijks; catalogus € 38,00; gids € 9,80; www.skulptur-projekte.de