Onder de leden van AICA Nederland bevinden zich onder meer kunsthistorici, curatoren, academici en schrijvers. Wie zijn zij? Waar zijn zij mee bezig? Graag stellen we ze aan jullie voor. Met vandaag: Laurie Cluitmans.
In december afgelopen jaar won jij de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek met het essay De mogelijkheid van een tuin. Wat was de aanleiding voor het schrijven van het stuk?
Samen met enkele kunstenaarsvrienden bezocht ik Derek Jarmans Prospect Cottage, de tuin en het buitenhuis van deze Engelse cineast, dichter en kunstenaar. Ik deed dit in de aanloop naar de tentoonstelling All Heal (Valerian) die te zien was in rongwrong, een kleine tentoonstellingsruimte in het hartje van Amsterdam. Kunstenaarstuinen fascineren me. Zo bezocht ik eerder de kunstenaarstuin Little Sparta van Ian Hamilton Finlay in Schotland. Om mij meer te kunnen richten op onderzoek en schrijven, heb ik in 2016 besloten om weg te gaan bij galerie Fons Welters. In een galerie maak je elke zes weken een andere tentoonstelling, met zo'n snelle omloop is er weinig ruimte voor verdieping. Momenteel richt ik me liever op het schrijven van meer substantiele stukken en het ontwikkelen van een eigen stem. De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek geldt als mooi opstapje en gaf mij extra motivatie opnieuw te gaan schrijven.
Heb je veel reacties ontvangen na het winnen van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek?Meer dan ik had verwacht. Zo werd het stuk gepubliceerd in de Groene Amsterdammer en werd ik door Frieze gevraagd om een eerste stuk te schrijven, over Art Rotterdam Week. Het winnen van zo'n prijs zet je toch op de radar.
Waar houd je je momenteel mee bezig? Speelt schrijven daarin een grote rol?
Ik verdiep mij in hedendaagse kunstenaarstuinen en onderzoek de tuin als metafoor voor het nadenken over de samenleving. Komend jaar ben ik curator-in-residence in CCS Bard in New York, wat mij de kans geeft mijn onderzoek verder uit te werken, wellicht met een publicatie tot gevolg. Daarnaast zet ik mij in voor rongwrong, geef ik les aan het Sandberg Instituut en Design Academy Eindhoven en ben ik adviseur bij het Mondriaan Fonds.
Hoe kijk je tegen het huidige veld van kunstkritiek aan?
De weinig middelen die er zijn voor kunst en kunstkritiek gaan ten koste van de kwaliteit. Er lijkt meer en meer druk op de huidige tijdschriften en dagbladen te liggen om kunstkritiek snel en behapbaar over te brengen. Waarbij de grenzen tussen vermaak en kritiek vervagen. Het zou mooi zijn wanneer de verdieping en de long read weer ergens een plek zou kunnen krijgen.
Welke kunstinstelling, tentoonstelling, boek of artikel is jou recentelijk opgevallen en waarom?
Ik bezocht recent de Contour Biennale in Mechelen, die dit jaar is samengesteld door Natasha Ginwala. Rondom het thema van sociale rechtvaardigheid brengt Ginwala artistieke praktijken samen met historische documenten en activisme. De tentoonstelling laat een veelvoud van stemmen horen, actueel en relevant voor onze huidige samenleving, zonder de esthetische component uit het oog te verliezen.