Het Rijksmuseum spreekt deze zomer zijn bezoekers aan via de teksten van filosoof Alain de Botton. Maar, vraagt Edna van Duyn zich af, spreken de kunstwerken al niet hun eigen waarheid?
door Edna van Duyn
Een klassiek werk in neon uit 1967 met de spiralende zin THE TRUE ARTIST HELPS THE WORLD BY REVEALING MYSTIC TRUTHS: Bruce Nauman suggereert hier, zo heb ik het altijd begrepen, met ironie, dat deze mystieke waarheden niet meer zijn dan het subtiele verschil tussen betekenis en illusie. Hijzelf als 'echte' kunstenaar is aan het woord, de vorm valt samen met wat er beweerd wordt. 2014: neonletters aan de gevel van het Rijksmuseum, ART IS THERAPY. Wie spreekt hier? De museumdirecteur, de gastcurator en de ontwerper geven het Rijks een opvallend nieuw label. Art as Therapy (het boek van de populaire filosoof Alain de Botton (1969) en kunsthistoricus John Armstrong (1966) waarin directeur Wim Pijbes zich kennelijk kon vinden) beschrijft een nieuwe functie van een museum: de spirituele tegenhanger van de sportschool waar je aan je innerlijk werkt. In de entree, de hal en bij kunstwerken zijn post-its aangebracht met teksten over ons mensen in samenzweerderige wij-formuleringen. Niet een kunstenaar is aan het woord. Het gaat hier om de interventies van Alain de Botton. Zijn 'mystieke waarheden' hebben betrekking op rubrieken als geheugen, geluk, geld, politiek, seks die in geselecteerde kunstwerken aanschouwelijk gemaakt zouden worden. Zij krijgen een extra perspectief en zijn zogenaamd losjes ernaast geplakt, maar te negeren zijn ze niet, vrijblijvendheid: ho maar. Kan je kiezen uit een saai tekstbordje en de post-it? In theorie wel. Een voorbeeld voor wie het niet heeft gezien, bij De Nachtwacht: 'Je staat in een menigte en je kijkt naar een schilderij van een menigte. Maar er is een verschil. Jouw menigte is anoniem en er kan niets goeds uit voortkomen. Het liefst zou je hier alleen zijn. Terwijl het kameraadschap op het schilderij licht brengt op een donkere regenachtige dag.' De Botton, van wie afgelopen voorjaar in Amsterdam een filiaal van 'The School of Life' opende waar mensen met levensvragen kunnen aankloppen, scheert in zijn interventies alle -lezende- bezoekers (en dat zijn er heel veel, maar kennelijk nog niet genoeg?) over een kam met jammer genoeg flinterdunne inzichten en triviale veronderstellingen. Om te kunnen openstaan voor de wellicht intrinsiek helende, want onthullende, verbeeldende werking van het kunstwerk zelf (dat gelukkig maar al te vaak raakt aan andere gevoeligheden) dient eerst het pedante, beledigende toontje van de geeltjes afgeschud te worden. Critici Adrian Searle van The Guardian en Wieteke van Zeil van de Volkskrant hebben dit project uitputtend gefileerd. Of wordt een bezoek aan het museum hierdoor verrijkt, zoals De Correspondent schreef? Zijn er onder u die deze aanpak toejuichen? Zou een goede editor/curator uitkomst hebben geboden? Was een audiotour niet voldoende en minder storend aanwezig geweest? Of zou de hulp niet van een 'buitenstaander' moeten komen, maar van de 'mystieke waarheid' van het kunstwerk zelf? Rijksmuseum Amsterdam 25 april-7 september 2014 Art Is Therapy Catalogus: Alain de Botton & John Armstrong; 69 besproken kunstwerken, paperback, gecombineerde editie Nederlands, Engels. Vormgeving Irma Boom http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3360/musea-en-galerieen/article/detail/3646456/2014/05/02/Alain-de-Botton-in-het-Rijksmuseum-Een-drievoudige-belediging.dhtml http://pfauth.com/kunst/ga-vooral-zelf-kijken-naar-alain-de-bottons-post-het-rijksmuseum/ http://www.theguardian.com/artanddesign/2014/apr/25/art-is-therapy-alain-de-botton-rijksmuseum-amsterdam-review
Zie mijn Kunstbeeld blog van 1 november voor Kunstbeeld: Alain de Botton draaft door.
http://www.kunstbeeld.nl/nl/weblog/1976/alain-de-botton-draaft-door.html
Goed dat Edna een reactie geeft op de teksten van De Botton. Aanvankelijk was ik wel geinteresseerd in die man door artikelen die ik hier en daar las, o.a. in de Groene Amsterdammer. Maar de teksten in het Rijks stellen hevig teleur. Ze ergeren me en leiden ontzettend af van de kunstwerken. Wim Pijbes moet wel uitkijken met wie hij binnenhaalt, want dit is beneden niveau.
Gedragstherapie via bumperstickerwijsheden, zo zou je de post-its van De Botton ook kunnen noemen. De neon post-it van Nauman is subtieler, zoals ook Edna suggereert. Het ironische (en diepe) van dat werk heb ik altijd gezien in het feit dat Nauman's 'revelation' niets anders oplevert dan het werk zelf, een stralende spiraal die eindeloos rond zijn eigen – onzichtbare – kern cirkelt. Het deed me denken aan de prachtige uitspraak van Arnold Schönberg, in een brief aan Kandinsky waarin hij zegt: "de kunstenaar moet de moed hebben om het raadsel in de ogen de kijken, zonder laf te vragen naar 'de oplossing'." In die brief zegt Schönberg een paar behartenswaardige dingen over wat een kunstenaar dan wel moet doen: "solche Rätsel den Rätseln nachbilden." Zoals hij en Kandinsky doen, als ze nieuwe "codeer- en decodeer methoden" vinden, die nieuwe raadsels oproepen. Ons verlangen naar duidelijkheid en duiding, zegt Schönberg, is tegelijk een bewijs van onze ontoereikendheid. Kunstenaars willen dat menselijk tekort onthullen, vanuit een diepe acceptatie van het gegeven dat er dingen zijn die wij niet kunnen begrijpen en dus ook niet kunnen oplossen – therapeuten willen zulke raadsels 'oplossen' omdat ze ons in de weg zouden zitten. Dat is het misverstand van De Botton; wat hij 'nachbildet' is de constructie van de therapeut, niet die van het raadsel, zoals Nauman doet en Rembrandt en al die andere kunstenaars, die 'ons' geen puzzels voorleggen, maar hun versies van het Raadsel.
Helemaal eens met deze kritiek. Ik vind het populistische nonsense. De Botton schrijft inderdaad als een sportschool en het museum dat het nodig vindt bezoekers af te leiden van de schilderijen met deze – ook erg lelijk uitgevoerde – flauwe kul teksten, haalt zichzelf omlaag. Inderdaad geeltjes. Thuis hebben die zin, op het werk ook. In het museum zijn het onzinnige, en de bezoeker beledigende vervlakkingen. Fijn dat het Rijksmuseum zich nspant voor het grotere publiek. Maar beledig dat publiek niet.