door: Din Pieters
Ik leerde Lidewijn kennen bij een werkgroep die de spraakmakende tentoonstelling Feministische Kunst Internationaal voorbereidde. Zij studeerde toen in Groningen kunstgeschiedenis. De manifestatie ging in 1978 van start in De Appel in Amsterdam, gevolgd door een rondreizende tentoonstelling die in 1979 begon in het Gemeentemuseum Den Haag.
Lidewijn was een uitstekende eindredacteur – streng maar rechtvaardig. Ze hield de touwtjes stevig in handen en was altijd loyaal aan het blad. Eerst was dat Vitrine en later, na de restyling waaraan wij gezamenlijk werkten, Museumtijdschrift.
Toegewijd als ze was, nam Lidewijn nauwelijks vakantie, maar ze genoot wel van korte reizen naar Parijs, Brussel of Duitsland om musea en tentoonstellingen te bezoeken. In Museumtijdschrift of op de website deed ze daarvan verslag. Voor de boekenrubriek schreef ze in bijna elk nummer een recensie.
Zo beschrijft ze in het laatste nummer van Museumtijdschrift dat in oktober verscheen, kort en helder de werking van de viola organista, een muziekinstrument dat door Leonardo da Vinci werd ontworpen. Het wordt bespeeld als klavier, maar klinkt als een strijkinstrument. Hedendaagse muziek was, naast beeldende kunst, een van Lidewijns passies. Ze bezocht veel concerten en zong zelf in verschillende koren.
Op 25 oktober is Lidewijn op bijna 65-jarige leeftijd overleden.
We zagen elkaar niet vaak, maar elke ontmoeting was vertrouwd en warm, zoals dat alleen maar kan zijn als je passies deelt en elkaar lang kent, van de studietijd. Het is een vreselijke schok te lezen dat ze er niet meer is. Het zal me gelukkig niet moeilijk vallen haar stem en lach vast te houden.