De nieuwbouw van het Scheringa Museum vergrendeld. Links een cameraman van het NOS Journaal. (Foto: Robert-Jan Muller)
Door Robert-Jan Muller
Het dreigende faillissement van de DSB Bank heeft nu ook gevolgen voor de nieuwbouw van het Scheringa Museum voor Realisme in Opmeer, enkele kilometers verwijderd van het DSB hoofdkantoor in Wognum. Vrijdagmiddag 16 oktober verscheen op de hekwerken rond het museum de mededeling dat bouwfirma Midreth bv haar retentierecht uitoefent op het inmiddels ver gevorderde bouwwerk. Eerder deze week meldde Midreth nog aan de pers dat de bouw gewoon door zou gaan, maar blijkbaar ziet de bouwfirma nu problemen opduiken. Het retentierecht betekent dat een uitvoerder van een project zijn werk kan opschorten en het bouwgebied kan afsluiten voor de opdrachtgever, tot door de opdrachtgever aan de financiële vordering wordt voldaan.
Het Museum is niet voor commentaar bereikbaar. Naar nu bekend is geworden, worden de voetbal- en kunstverzamelacitiveiten van Dirk Scheringa gefinancierd uit leningen van de DSB Bank. Wellicht dat ook de nieuwbouw van het Museum voor Realisme op die manier wordt gefinancierd. Wanneer de bank wankelt, zou het kunnen betekenen dat de leningen niet meer gewaarborgd zijn.
Het nieuwe museumgebouw is ontworpen door Herman Zeinstra van DOK Architecten te Amsterdam en zou naar verwachting voorjaar 2010 worden opgeleverd. Met zijn oppervlakte van 10.000 m2 en een centrale hal van 150 meter is het gebouw zeer ruim ontworpen en staat het als een bakstenen gigant aan de rand van het kleine Opmeer. Ten opzichte van het gebouw waarin het museum nu is gevestigd, zou de nieuwbouw qua ruimte en tentoonstellingscondities een grote vooruitgang betekenen. Dat is nu dus in gevaar gekomen.
Dat is jammer voor de kunstcollectie, want die moet nu daglicht en een behoorlijke omgeving ontberen in een weinig inspirerende voormalige huishoudschool in Spanbroek. De schilderijen van Pyke Koch, Carel Willink en Paul Delvaux, de collectie Raoul Hynckes en Dick Ket, de recente aankopen van Marlene Dumas en Lucian Freud, verdienen een betere omgeving en zijn een reis naar het West-Friese platteland waard. Op dit moment kunnen door ruimtegebrek niet altijd de belangrijkste stukken worden getoond: bij een bezoek vandaag aan het museum waren bijvoorbeeld Dumas, Freud en de nieuwe aankoop, een Duane Hanson, niet te zien.
'Het museum zal nooit verkocht worden', zei Scheringa een jaar geleden tijdens een symposium van de Vereniging Rembrandt, en voegde daaraan toe: 'de voetbalclub en de bank wel'. Hieruit bleek wel waar Scheringa's voorliefde ligt. Het zal erom gaan spannen wat een eventueel faillissement van de DSB Bank voor de kunstcollectie en de nieuwbouw van het museum gaat betekenen. Een eventuele verkoop van de collectie door de faillisementcurators (als dat in hun macht ligt) zal wellicht enkele miljoenen opleveren. Daartegenover staat het uiteenvallen van een kunstcollectie en een nieuw museum, die in ambitie en tentoonstellingsbeleid nieuwsgierig zouden hebben gemaakt naar verdere ontwikkeling.