Art Rotterdam, de Rijksakademie en Witte de With zijn genomineerd voor de AICA Oorkonde 2016. De jury voor de AICA Oorkonde 2016 presenteerde onlangs deze shortlist met kunstinstellingen die excelleerden in de jaren 2013,-14 en -15. De 180 leden van AICA Nederland kunnen gedurende een maand stemmen op de nominatie van hun voorkeur. De jury voor de Oorkonde 2016 bestaat uit Mirthe Berentsen, zelfstandig schrijver, criticus en adviseur, als beleidsmedewerker verbonden aan de Raad voor Cultuur, Stefan Kuiper, kunst- en architectuurhistoricus, publicist, als recensent Oude Kunst verbonden aan de Volkskrant en Marina de Vries, hoofdredacteur Museumtijdschrift. Het juryrapport is hieronder te lezen.
Inleiding juryrapport
Hoe bijzonder, en lastig, is het leven van een jurylid. Buitengewoon bewust van zowel de mogelijkheid om een favoriete organisatie of instelling te nomineren, als de verantwoordelijkheid om in tijden dat de kunst onder druk staat een politiek statement te maken. En er staan nogal wat organisaties en instellingen onder druk. Een deel van deze presentatie-instellingen voor beeldende kunst maakt zware tijden door. De kleinere, veelal stedelijke musea kampen met karige budgetten en minimale bezettingen. Experiment, cross-over en innovatie gaan per definitie niet gepaard met de tegenwoordig noodzakelijke grote bezoekersaantallen.
Maar alleen een fixatie op het statement vonden we te mager. En dus ging het gesprek al gauw over kwaliteit, over de cruciale, onderscheidende en uitmuntende bijdrage aan zowel de actuele stand van zaken in de kunst als aan een breed publieksbereik. Het liefst nomineerden we organisaties of instellingen die nationaal en internationaal een stevige positie innemen, zowel in de afgelopen als naar grote waarschijnlijkheid in de komende jaren. En die de agenda niet volgen, maar bepalen. Oftewel: waarin een klein land groots kan zijn.
Vanuit de AICA geldt een aantal criteria. De te nomineren instelling moet een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling en het zichtbaar maken van hedendaagse kunst en het denken daarover in Nederland. Het gaat om Nederlandse musea of presentatie-instellingen, maar ook om fondsen, ondersteunende organisaties, onderwijsinstellingen, werkplaatsen en kunstenaarsinitiatieven. Verder is de oorkonde een erkenning van specialisten en moet de jury uit eerste hand bekend zijn met de genomineerden.
Het kunstlandschap overziend, kwamen we tot een longlist van tien organisaties of instellingen, die zich de afgelopen drie jaar hebben onderscheiden met een kwalitatief uitstekende, eigenzinnige en toegankelijke programmering of beleid. In willekeurige volgorde: Kunsthal Kade, Rijksakademie van beeldende kunsten Amsterdam, Art Rotterdam, Witte de With Center for Contemporary Art, Stedelijk Museum Amsterdam, Ronmandos Galerie, Vleeshal Centrum voor Hedendaagse Kunst, Foam, Marres Huis voor Hedendaagse Cultuur, Jan van Eyck Academie.
Voor de drie genomineerden vonden we naast een actieve bijdrage aan het tonen en verspreiden van actuele kunst, ook een unieke en constante positie van belang, zowel nationaal als internationaal, naast een herkenbare en sterke eigen signatuur. De drie uitverkorenen zijn totaal verschillend, maar elk op hun eigen gebied top-of-the-bill: Art Rotterdam, een kunstbeurs die zich al jaren onderscheidt door een grote diversiteit en het talent om samenwerkingen aan te gaan. De Rijksakademie van beeldende kunsten, die kunstenaars vanuit alle windstreken de mogelijkheid biedt om in relatieve rust te werken aan verdieping, innovatie en ondernemerschap en daarmee wereldwijd een unieke positie inneemt. En Witte de With Center for Contemporary Art, omdat juist in deze tijd de experimentele, internationale en standvastige kwaliteit van dit kunstcentrum van grote betekenis is voor het Nederlandse kunstklimaat.
De drie genomineerden, in alfabetische volgorde:
ART ROTTERDAM
Le Monde riep hem uit tot een van de beste kunstbeurzen van het afgelopen jaar, en The Huffington Post zette hem in de lijst van 'beste winterbeurzen' van 2016, maar De Jury wist het al veel langer: Art Rotterdam is een uitstekende beurs, naar binnen- en waarom niet? – ook buitenlandse maatstaven. Dat zit hem in de omvang van het evenement: flink, maar niet zo flink dat het je begint te duizelen, en, sinds enkele jaren, in de locatie, dat prachtige glazen slagschip dat de Van Nellefabriek is (het staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst). Het zit hem ook in het vermogen van de beurs om zichzelf aan te kleden met para-zakelijke initiatieven.
Dat vermogen, zo weet iedereen die Art Rotterdam de afgelopen edities bezocht, is groot. Binnen enkele jaren heeft Art Rotterdam, onder leiding van artistiek directeur en medeoprichter Fons Hof, zich getransformeerd van die-andere-beurs-naast-de-KunstRAI tot een conglomeraat van presentaties en activiteiten die de havenstad tot 's lands toonaangevendste kunststad hebben opgewaardeerd. De randpresentatie met werk van startende kunstenaars die van het Mondriaan Fonds een Werkbijdrage Jong Talent ontvingen, Prospects and Concepts, hoewel wisselend van kwaliteit, is zo'n activiteit. Projections waar audiovisuele (lees: moeilijk verkoopbare) kunstwerken worden getoond een andere. Weer een andere: het ruimte bieden aan externe initiatieven als Club Solo (Breda) en presentaties van de Verbeke Foundation op het terrein van de fabriek. En dan zijn er nog de activiteiten elders in Rotterdam, officieel geen onderdeel van Art Rotterdam, maar wel ermee samenhangend en ontegenzeggelijk verrijkend, zoals afgelopen jaar: Joep van Lieshouts sculpturenpark (en volkstuinencomplex) AVL Mundo, een filmvertoning van Erik van Lieshout in de Pauluskerk, De Grote Kunstshow.
Overigens: de Rotterdamse selectie van galeries, zo'n honderddertig per editie, is prijzenswaardig. Zij omvat een aangename mix van binnen- en buitenlandse galeries (meer binnen- dan buitenlands), de meeste van hoog niveau, tonend: toegankelijke kunst, alsook conceptueel/minder makkelijk in het oog liggend werk. Anders gezegd: op Art Rotterdam kun je een vrolijk schilderij van Erik Mattijssen (bij Nouvelles Images) voor boven de eettafel kopen, maar ook die lastiger in het interieur in te passen glazen-bakstenen sculptuur van Maria Roosen (bij Fons Welters). Die diversiteit is zeer prettig voor bezoekers: na een bezoek (of meerdere bezoeken) heb je het gevoel helemaal bij te zijn qua Nederlandse contemporaine kunst.
En daar is behoefte aan, zo blijkt ook uit de bezoekerscijfers. Die stegen gestaag tot het punt dat verdere groei niet mogelijk lijkt: van 16.000 in 2013 tot 21.500 in 2014 tot 25.000 in 2016.
RIJKSAKADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN
De Rijksakademie is een hogere kunstopleiding met postdoc-status, maar waag het niet om de deelnemers studenten te noemen. De talenten die zich hier vanuit de hele wereld aanmelden, en mogelijk door de selectie komen, zijn immers al geschoold, en hebben al gekozen voor het beroep kunstenaar.
Waarom ze als resident-artist naar de Rijksakademie komen? Omdat het kunstenaarsberoep een eenzaam beroep is, omdat het na de opgedane basisvaardigheden lastig is om op eigen houtje een volgende, nieuwe stap te zetten en het eigen werk naar een hoger plan te tillen. Het is in de wereld ongekend om een of twee jaar in relatieve rust en onder begeleiding van gerenommeerde collega's verder te schaven aan het eigen werk en het ondernemerschap verder te ontwikkelen. Niet alleen tijd en intellectuele expertise, maar ook ruimte, geld en goed geoutilleerde werkplaatsen met hooggekwalificeerde technici staan de deelnemers ter beschikking. De mogelijkheid voor deelnemers om zich volledig te concentreren op het eigen werk, tijdelijk losgezongen van de vraag of het geld oplevert, de mogelijkheid om een sterke, eigen signatuur te ontwikkelen in de geboden ruimte voor vernieuwing, verdieping en experiment na een paar jaar beroepservaring, geven de Rijksakademie internationaal gezien een unieke positie. Wat ook van doorslaggevend belang is voor zowel het eigen werk als voor de carriere is de mix van residents van Afrikaans tot Aziatisch en van Amerika tot Nederland. De uitwisseling van gedachten, opvattingen en kennis, en het smeden van een internationaal netwerk dragen substantieel bij aan kwaliteit, wederzijds begrip en carrieremogeljkheden. Daarbij beperkt de expertise van de Rijksakademie zich niet tot een enkele discipline, maar worden alle disciplines bestreken, en cross-overs aangemoedigd.
Dat de Rijksakademie vaak van doorslaggevend belang is voor de ontwikkeling van artistiek talent en substantieel bijdraagt aan een internationale doorbraak, staat vast. Het aantal kunstenaars dat na de Rijksakademie danwel in Nederland danwel elders in de wereld zijn vleugels uitslaat en een langdurige en bloeiende loopbaan in het taaie kunstenaarsberoep tegemoet gaat, is groot. Hun werk komt terecht in de Nederlandse galeries en musea, maar ook op belangrijke biennales, de documenta en grote, buitenlandse musea. Onder de belangrijkste kunstenaars van de wereld bevindt zich een aanzienlijk aantal voormalige Rijksakademie-residents.
De jury vindt het bijzonder dat deze instelling, ondanks de voortdurende onrust vanwege bezuiniging, al zo vele jaren van constante, hoge kwaliteit is.
De combinatie van professionaliteit op intellectueel en vaktechnisch gebied, de actuele stellingname, en de mix van deelnemers maken de Rijksakademie tot een onderscheidend topinstituut en een belangrijke speler in de internationale kunstwereld. Ook voor het niveau van en het debat over hedendaagse kunst in Nederland is de Rijksakademie onmisbaar.
WITTE DE WITH CENTER FOR CONTEMPORARY ART
Sinds de oprichting in 1990 heeft de Rotterdamse instelling Witte de With een bijzondere en unieke rol in het Nederlandse kunstenveld weten in te nemen. De grote kracht van Witte de With ligt in de experimentele, internationale en standvastige kwaliteit evenals in de ongrijpbaarheid van de instelling. Is het een museum voor moderne en hedendaagse kunst, een galerie, een debatcentrum, onderzoeksinstelling of kunstenaarsinitiatief? Op geheel eigen wijze leveren zij een bijdrage aan het ontdekken en presenteren van zowel de jonge als de gevestigde orde, door baanbrekende en vooruitziende tentoonstellingen, events en manifestaties te organiseren. Daarbij slaan ze op een experimentele, intellectuele maar niet onbegrijpelijke manier een brug tussen theorie en praktijk, werk en kunstenaar, concept en thema.
Bij Witte de With staat de samenwerking centraal en krijgen individuele kunstenaars, curatoren, schrijvers, academici en lokale en internationale kunstinstellingen de gelegenheid om hun concepten in vrijheid uit te werken en te presenteren. Tegelijkertijd is er bij Witte de With ruimte voor een breder debat over kunst en haar functie in de politiek en samenleving, op zowel een lokaal als mondiaal niveau. Dit blijkt onder meer uit het hoge niveau van de publicaties en de talloze (inter)nationale samenwerkingen met academies, instellingen en musea. Zoals dOCUMENTA, New Museum, MAMA, de Neue Nationalgalerie, Royal College of Art, De Appel en het Asia Art Archive.
Witte de With is door het aantrekken van (inter)nationaal toonaangevende curatoren, kunstenaars, schrijvers en bovendien directeuren constant in staat om een dialoog aan te gaan met de internationale kunstwereld en een belangrijke speler te zijn zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Zo heeft de artistieke visie van de huidige directeur Defne Ayas ervoor gezorgd dat Witte de With in de afgelopen jaren steeds toegankelijker is geworden. Na jaren van splendid isolation is het gelukt om steeds meer bezoekers naar het pand aan de Witte de Withstraat te krijgen, zowel professionals, toeristen, als 'gewone Rotterdammers'. Direct zichtbaar is deze openheid in het gestegen aantal jaarlijkse bezoekers van 36.000 (een stijging van 60 procent ten opzichte van 2011).
Toen na het eerste kabinet Rutte de gevolgen van de bezuinigingen geleidelijk steeds duidelijker voelbaar werden in de gehele culturele sector, was Witte de With in staat om een goede en hoge kwaliteit te behouden, voldoende eigen inkomsten te genereren en niet te kiezen voor een veilige en slechts commercieel interessante programmering. Dit resulteerde in een aantal prachtige tentoonstellingen, projecten en publicaties zoals Art in the Age of… met werken van onder meer James Bridle, Claire B. Evans en Thomson & Craighead, The Temptation of AA Bronson, die de AICA oorkonde voor beste tentoonstelling in 2014 ontving, Bit Rot met werken van en verzameld door Douglas Coupland, The Crime Was Almost Perfect over misdaad en esthetiek en de huidige tentoonstelling WERE IT AS IF van Bik Van der Pol.
juni 2016
Voor het persbericht klik hier: Read more
U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.