NRC Handelsblad lanceert derde website in 2010

Door Robert-Jan Muller

NRC Handelsblad introduceert in het eerste kwartaal van 2010 een nieuwe website met uitgebreide nieuwsachtergronden. Deze nieuwe site, die nog geen naam heeft en niet gratis zal zijn, biedt ruimte voor langere artikelen dan de huidige site NRC Handelsblad en NRC.next. Ook beschouwingen en besprekingen over kunst en cultuur krijgen er een plaats. Volgens Raymond van den Boogaard, chef kunst van NRC Handelsblad en NRC.next, wordt de nieuwe site een derde volwaardig medium naast de bestaande NRC sites. Het wordt echter geen forum waar lezersrecensies worden geplaatst. Toegang tot de site zal niet gratis zijn. Van den Boogaard: 'NRC Handelsblad wil de beste zijn in een financiële context die gezond is. We willen de site opzetten zonder financiële en personele uitbreiding'.

Van den Boogaard maakte de plannen voor een derde internetsite van NRC Handelsblad gisterenavond bekend tijdens een forumdiscussie over kunstkritiek in De Balie, georganiseerd door AICA in samenwerking met De Balie. Een uitgebreide weergave van deze forumdiscussie volgt later op deze AICA site.

AICA Dag van de Kunstkritiek in De Balie

The House of Viktor & Rolf, Centraal Museum (foto: Robert-Jan Muller)

AICA Nederland organiseert op 9 december aanstaande de AICA Dag van de Kunstkritiek. Dit symposium over de staat van de kunstkritiek, vindt plaats te Amsterdam in De Balie, die tevens medeorganisator is. Het programma bestaat uit twee delen, een middag- en een avondprogramma. Het middagprogramma heeft als onderwerp de toekomst van de beeldende kunstkritiek in het digitale tijdperk; het avondprogramma gaat over de toekomst van de bredere kunstkritiek (beeldende kunst, film, podiumkunsten etc.) in de dagbladpers. In presentaties, gesproken columns en debatten komen de verschillende standpunten en toekomstvisies op het scherp van de snede aan bod. Sprekers en debaters zijn onder meer Din Pieters (Museumtijdschrift), Xandra Schutte (De Groene Amsterdammer),  Jennifer Allen (kunstcriticus), Arjen Mulder (eassayist), Wijbrand Schaap (hoofdredacteur en oprichter van het Cultureel Persbureau) en Raymond van den Boogaard (NRC Handelsblad). Moderator is Chris Keulemans. Hieronder volgt het volledige programma:

Middag 14.00-17.00 uur: Critics floating in the virtual sphere.

De digitale revolutie heeft ingrijpende gevolgen voor de beeldende kunstkritiek. Terwijl kranten en andere gedrukte media in verval raken, krimpt het traditionele podium voor de kunstkritiek en verschuift dit deels naar elektronische media als het web. Hier is echter vooral het ‘blog’ format dominant. De vraag is of er nog een toekomst is voor de kunstkritiek voorbij de blog? Welke andere vormen dienen zich hier aan? Is er nog wel ruimte voor een serieuze en diepgravende kunstkritiek? Sprekers: Georg Schölhammer (hoofdredacteur Springerin), Jennifer Allen (kunstcriticus), Arjen Mulder (mediatheoreticus en essayist), Regine Debatty (schrijver en samensteller we-make-money-not-art.com) Moderator: Maria Hlavajova (directeur Basis voor Aktuele Kunst Utrecht)

Voertaal: Engels

Avond 20.30 – 22.30 uur: De toekomst van de kunstkritiek in de dagbladpers.

Dagbladen en tijdschriften staan onder druk door de opkomst van het web. Dit raakt in toenemende mate ook de kunstkritiek in bredere zin. In twee debatrondes gaan vertegenwoordigers van hoofdredacties en kunstredacties in debat met kunstcritici en wetenschappers over de huidige situatie en de toekomst van de kunstkritiek in de gedrukte media.

Na een gesproken column van Xandra Schutte volgt de eerste debatronde, gewijd aan economische en andere problemen van de dagbladen en de gevolgen hiervan voor de kunstkritiek. Deelnemers: Job Woudt (adjunct-hoofdredacteur van het Financieel Dagblad) en Geert ten Dam (hoofdredacteur HDC Media), met als tegenvoeters Edo Dijksterhuis (voormalig criticus en kunstredacteur bij het Financieel Dagblad en momenteel directeur van de kunstRAI) en Marc Verboord (mediaspecialist, Erasmus Universiteit).

In de tweede ronde komt de inhoudelijke kant van de bedreigde positie van kunstkritiek bij de dagbladen aan de orde. Deelnemers: Raymond van den Bogaard (chef kunst NRC Handelsblad) en Xandra Schutte (hoofdredacteur de Groene Amsterdammer) met als tegenvoeters Din Pieters (hoofdredacteur Museumtijdschrift) en Wijbrand Schaap (hoofdredacteur en oprichter van het Cultureel Persbureau) .

Plaats: De Balie, Grote Zaal, Kleine Gartmanplantsoen 10, Amsterdam; Toegang: gratis; Reserveren noodzakelijk; Telefonisch reserveren kan op werkdagen van 16.00-17.00 u op nr. 020-5535100. Voor meer informatie: Marieke van Giersbergen, Secretaris AICA NL. E-mail: mvangiersbergen@xs4all.nl

Het symposium wordt georganiseerd door de Nederlandse tak van de AICA (Association Internationale des Critiques d'Art), in samenwerking met De Balie en Metropolis M. Het wordt  ondersteund door het lectoraat Kunst en Publieke Ruimte van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam; het lectoraat Kunstenaarstheorieën en de Artistieke Praktijk van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans in Den Haag; het lectoraat Beeldende Kunst van AKV / Sint Joost / Avans Hogeschool in Den Bosch en het Institute of Network Cultures van de Hogeschool van Amsterdam.

Prijs Kunstkritiek Fonds BKVB voor Hans van Dijk

Architectuurcriticus Hans van Dijk (1948) ontvangt de Prijs voor de kunstkritiek 2009 van het Fonds BKVB. Van Dijk volgde tot eind jaren ’70 een studie bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft, waar hij tevens actief was als redacteur van B-Nieuws. Vanaf 1981 was hij jarenlang hoofdredacteur van Wonen TABK, het architectuurtijdschrift dat later als maandblad verder ging onder de naam Archis. In 1988 stond hij aan de wieg van het toonaangevende Jaarboek Architectuur in Nederland, waar hij ruim tien jaar lang als redacteur aan verbonden bleef. In deze periode was hij tevens enkele jaren stafmedewerker bij het Nederlands Architectuurinstituut. Vanaf 1999 schreef hij als freelance criticus voor o.a. A+U, Bauwelt, Architektur Aktuell en Architecture Today. Tegenwoordig geeft Van Dijk als universitair docent architectuurgeschiedenis aan de TU Delft, waar hij tevens promovendus is. Van Dijk is tevens lid van AICA Nederland.

Uit het juryrapport: 'Bij herlezing blijkt dat de teksten van Hans van Dijk de tand des tijds glorieus hebben doorstaan. In heldere toon weet hij theorie en praktijk van de architectuur, nadrukkelijk geplaatst in hun historische context, op intelligente wijze met elkaar te verbinden. Daarbij heeft hij aandacht voor zowel de rol van de architect, de principes van het ontwerp, als de materialiteit van het gebouw'.

Toelatingsprocedure aspirant AICA leden veranderd

Het bestuur van AICA Nederland heeft een wijziging aangebracht in een onderdeel van de toelatingsprocedure van aspirant leden. Tot nu toe werd hen gevraagd drie recente artikelen te overleggen.

Hen wordt vanaf nu gevraagd een overzicht van publicaties en een cv te overleggen ter beoordeling door het bestuur. Na acceptatie door AICA NL wordt het cv overlegd aan AICA Parijs, waarna het lidmaatschap automatisch een feit is.

Aspirant leden worden overigens nog steeds verondersteld actief werkzaam te zijn als criticus bij de verschillende media; als publicist of docent op het gebied van de kunstgeschiedenis, esthetica of kritiek; als curator van tentoonstellingen. Voor de volledige procedure klik op http://www.aicanederland.org/?page_id=2

AICA Oorkonde voor publicatie Dick Raaijmakers

Dick Raaijmakers (foto: NAI Uitgevers)

De AICA Oorkonde voor de periode 2007-2009 is toegekend aan de publicatie Dick Raaijmakers, een monografie over deze multimedia kunstenaar (1933) door de auteurs Arjen Mulder en Joke Brouwer. AICA-leden kozen met ruime meerderheid voor deze monografie. Men prees het boek als een volledige, fraaie en meeslepende monografie die de kunstenaar in al zijn facetten duidt, die een broodnodige bijdrage levert aan de herschrijving van de Nederlandse kunstgeschiedenis, en die een belangrijke inspiratiebron kan zijn voor jonge kunstenaars.

De jury, bestaande uit Domeniek Ruyters, Kitty Zijlmans en Eric de Bruyn, nomineerde deze publicatie (uitgegeven door V2_Publishing en NAi Uitgevers) met als oordeel: ‘Indrukwekkende monumentale monografie van de vermaarde Dick Raaijmakers, waarin het brede, veelomvattende oeuvre nauwgezet en inzichtelijk is geïnventariseerd in nauwe samenwerking met de kunstenaar.’

De jury besloot dit jaar boeken op de shortlist te plaatsen die bij elkaar de breedte en diepte van het Nederlandse kunstdiscours representeren: de monografie over Raaijmakers, het tijdschrift Open van SKOR, over de relatie kunst en de openbare ruimte, een monografie over Barbara Visser, het door kunstenaars geleid tijdschrift Pages, gewijd aan internationale interculturele verhoudingen en een vertaling van een Franstalig kunsttheoretisch standaardwerk met en over teksten van Jacques Rancière.

De AICA Oorkonde wordt jaarlijks toegekend aan afwisselend een tentoonstelling, een kunstinstelling en een publicatie op het gebied van beeldende kunst. Eerder dit jaar werd de AICA Oorkonde voor een tentoonstelling uitgereikt aan Eva-Maria Hermann voor haar tentoonstelling Andy Warhol: Other Voices, Other Rooms. De AICA Oorkonde wordt begin volgend jaar uitgereikt aan de auteurs Arjen Mulder en Joke Brouwer. Plaats en datum worden later bekend gemaakt.


Ann Goldstein toont vechtlust in Rembrandtlezing

Ann Goldstein in Collecting History: Highlighting Recent Acquisitions, MOCA Grand Avenue, Los Angeles, juli 2009. Foto: Brian Forrest

Door Robert-Jan Muller

Ann Goldstein, vanaf januari 2010 directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, was nog maar 9 dagen in Amsterdam toen ze vrijdagavond 22 oktober op uitnodiging van de Vereniging Rembrandt de jaarlijkse Rembrandtlezing uitsprak. Een uitgesproken verschijning is Goldstein, met het bleke gezicht en zwarte kleding, die voor de leeuwen werd geworpen: voor het merendeel select publiek van leden van de Vereniging Rembrandt en leden van haar toekomstige staf uit het Stedelijk Museum. Zoals voorzitter Martijn Sanders het in zijn inleiding aangaf, was afgesproken dat zij het niet over het Stedelijk Museum zou hebben, maar eerder een overzicht zou geven van haar werkzaamheden tijdens haar conservatorschap aan het MOCA, het Museum of Contemporary Art in Los Angeles.

Goldstein benadrukte dat haar band met het Stedelijk Museum een constante was geweest tijdens haar carrière. Haar vroegere directeur in Los Angeles van 1980 tot 1984, Pontus Hulten, was immers een adept geweest van Stedelijk Museum directeur Willem Sandberg. En in 1989 had zij haar eerste bezoek gebracht aan het Stedelijk, voor haar (en veel van haar collega's in de Amerikaanse museumwereld) een legendarisch instituut vanwege de voortrekkersrol in de jaren zestig en zeventig. Bij dat eerste bezoek had zij zo'n haast het Stedelijk te bezoeken, dat zij het Rijksmuseum maar oversloeg om steeds, zoals ze zei, 'in die prachtige zalen te kunnen zijn met dat bijzondere licht'. Goldstein leek met deze inleiding het publiek te willen overtuigen dat, hoewel ze ruim 25 jaar in Los Angeles had gewerkt, altijd hart had gehad voor het Stedelijk Museum.

Vanwege de afspraak niet op haar toekomstig beleid in het Stedelijk vooruit te lopen, had zij besloten in deze lezing een beeld van haarzelf te geven via de tentoonstellingen die zij in het MOCA als conservator had gemaakt. Zij was, zoals ze aangaf, 'opgegroeid in het MOCA'. Begonnen als bibliothecaris in het museum, werd zij er in 2001 benoemd tot senior curator. Op dat moment had zij al verschillende grote overzichtstentoonstellingen op haar naam staan, zoals A Forest of Signs: Art in the Crisis of Representation (1989) met werk van dertig Amerikaanse kunstenaars uit de jaren zeventig en tachtig, Reconsidering the Art Object (1995), het eerste grote overzicht van Amerikaanse en Europese conceptuele kunst in de Verenigde Staten en in 2004 maakte Goldstein A Minimalist Future? Art as Object 1958-1968, met als onderwerp het ontstaan van Mininal Art in de Verenigde Staten.

De indruk dat zij met deze tentoonstellingen sterk op de Amerikaanse situatie gericht is geweest, wordt bevestigd met het overzicht van solo-tentoonstellingen die zij tijdens haar lezing toonde. Amerikaanse namen als Roni Horn, Cady Noland, Christopher Wool en Barbara Kruger in de jaren negentig, worden pas in de afgelopen jaren door Europese kunstenaars afgewisseld. In 2007 toonde zij het werk van Cosima von Bonin (die in dat jaar ook alomtegenwoordig was op documenta 12) en vorig jaar maakte zij de tentoonstelling Martin Kippenberger: The Problem Perspective. Goldstein vertelde dat deze laatste tentoonstelling het eerste solo-overzicht was geweest die zij met werk van een overleden kunstenaar maakte. Dat dit haar goed is afgegaan blijkt uit de jubelende recensies die er over verschenen. Dat zij de tentoonstelling Marlene Dumas: Measuring your own grave in het MOCA dit jaar niet noemde, zal er mee te maken hebben dat Goldstein daar niet verantwoordelijk voor was. Terecht merkte interviewer Peter Hecht in het slotgesprek op, dat van elke 150 kunstwerken in de MOCA collectie er maar 25 Europees zijn. Zou Goldstein dit Amerikaanse accent in Amsterdam voortzetten? Ze hield dit in het midden door te antwoorden dat 'relaties tussen de verschillende kunstwerken belangrijk zijn voor het uitbreiden van een kunstcollectie'.

Wat de strijd in Los Angeles betreft om het voortbestaan van het MOCA, waar er hoegenaamd geen ondersteuning van de overheid is en het museum financieel gedragen wordt door ondernemingen en burgers, sprak Goldstein van een 'MOCA-bootcamp'. Steeds had het museum voor zijn financiën moeten vechten, met als dieptepunt de crisis van het afgelopen jaar, toen het museum bijna had moeten sluiten. In Goldsteins ontspannen en vriendelijke optreden in de universteitsaula klonk opeens vechtlust door: 'Nobody should take our institutions for granted', maande zij het publiek en liet blijken begrip te hebben voor de gevolgen van de absurde situatie dat de belangrijkste kunstcollectie van Nederland al jarenlang onzichtbaar is: 'Er zijn nu jongeren die nooit de schilderijen van het Stedelijk Museum gezien hebben'.

Ook had Goldstein nog een persoonlijke ontboezeming voor het publiek, dat na de kennismaking misschien nog enige reserve had: 'Coming to Amsterdam, there are things that I want to unlearn and things that I want to bring here'. En als een slotopmerking bij een sollicitatiegesprek verzekerde zij: 'I will work my butt off to get the Stedelijk Museum opened and up again'.

Vereniging Rembrandt roept Plasterk op tot uitstel verkoop Scheringa collectie

Lucian Freud, Naked Portrait in a Red Chair, 1999, Scheringa collectie.

door Robert-Jan Muller

Voorzitter Martijn Sanders van de Vereniging Rembrandt deed gisterenavond een oproep aan minister Plasterk niet alleen in woorden bij te dragen aan het behoud van de collectie Scheringa. Ook financieel zou de overheid zijn nek moeten uitsteken. Hij deed de oproep tijdens zijn inleiding van de lezing door Ann Goldstein, de komende directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, op uitnodiging van de Vereniging Rembrandt in de volle aula van de Universiteit van Amsterdam. Sanders pleitte voor een uitstel van een jaar van executie (met andere woorden: uitstel van een veiling) om instellingen en fondsen de tijd te geven alle aspecten van de collectie te onderzoeken. Pas dan kan een afgewogen beslissing genomen worden of en welke kunstwerken uit de collectie elders in Nederland een plaats kunnen vinden. Sanders vindt dat Plasterk er in het kabinet voor moet pleiten tijdens het jaar uitstel de rente op de lening (waarvan de door ABN/Amro in beslag genomen kunstwerken het onderpand zijn) door de overheid te laten betalen. Bij overhaaste verkoop bestaat, zo zei hij, het gevaar dat belangrijke stukken voorgoed naar het buitenland zullen verdwijnen. In de collectie bevinden zich schilderijen van onder meer René Magritte, Lucian Freud, Marlene Dumas en Paul Delvaux.

Verslag van Yacouba Konaté, voorzitter AICA

Yacouba Konaté

Het jaarlijkse verslag van Yacouba Konaté, voorzitter van AICA Internationaal is gepubliceerd. Hij zal deze tekst uitspreken op het 43ste AICA congres in Dublin eind deze maand. Hieronder volgt het volledige verslag.

Door Yacouba Konaté

vertaling: Henry Meyric Hughes

1. Pro Decentralisation

I should like to congratulate AICA Ireland and thank them in the name of all of us, including the Bureau and me, personally. Only 6 months ago, it seemed unlikely that this Congress would ever take place, because of the difficulties the Section had encountered, in their efforts to raise the necessary funds. I should like to thank the Irish authorities and all those people of good will whose joint efforts have finally enabled us to be here now. First and foremost, I should like to thank our colleague, Ciaran Bennett, and his team. I know that their task has not been easy, but their determination has triumphed over all the odds. And I should also like to add my thanks to Liam Kelly, whose wise counsels have contributed to enabling us to be present here today.

This year, we are sad to record the death of a number of our members. In particular, I should like to invite you, to join me in marking in a minute’s silence, as a token of our respect for the memory of our Honorary President René Berger and the former President of AICA Croatia, Darko Glavan. Our colleague, Marie-Pascale Gildemyn, from the Belgian Section, kindly agreed to represent us at the commemorative ceremony for René Berger, and I should like to thank her for that.

Likewise, I should like to thank Marie Luise Syring and Christophe Domino for representing the Association at the seminars in, respectively, Skopje and Yerevan. These seminars which were mainly financed by grants from UNESCO’s Participation may be accounted a success. The Sections in Skopje and Yerevan deserve our praise for their role, in bringing this about. The seminar in Skopje was jointly organised by Suzana Milevska and the Paris office, and the seminar in Armenia by Nazareth Karoyan. Congratulations to both! We chose to devolve the organisation of these seminars onto the principal parties, to the greatest extent that we could. We feel sufficiently encouraged by the results to believe we can continue down the path of encouraging participants in such events to take on the maximum responsibility that is consistent with answering the trust placed in us by these who provide the funds. Read more

Nieuwbouw Scheringa Museum stilgelegd

De nieuwbouw van het Scheringa Museum vergrendeld. Links een cameraman van het NOS Journaal. (Foto: Robert-Jan Muller)

Door Robert-Jan Muller

Het dreigende faillissement van de DSB Bank heeft nu ook gevolgen voor de nieuwbouw van het Scheringa Museum voor Realisme in Opmeer, enkele kilometers verwijderd van het DSB hoofdkantoor in Wognum. Vrijdagmiddag 16 oktober verscheen op de hekwerken rond het museum de mededeling dat bouwfirma Midreth bv haar retentierecht uitoefent op het inmiddels ver gevorderde bouwwerk. Eerder deze week meldde Midreth nog aan de pers dat de bouw gewoon door zou gaan, maar blijkbaar ziet de bouwfirma nu problemen opduiken. Het retentierecht betekent dat een uitvoerder van een project zijn werk kan opschorten en het bouwgebied kan afsluiten voor de opdrachtgever, tot door de opdrachtgever aan de financiële vordering wordt voldaan.

Het Museum is niet voor commentaar bereikbaar. Naar nu bekend is geworden, worden de voetbal- en kunstverzamelacitiveiten van Dirk Scheringa gefinancierd uit leningen van de DSB Bank. Wellicht dat ook de nieuwbouw van het Museum voor Realisme op die manier wordt gefinancierd. Wanneer de bank wankelt, zou het kunnen betekenen dat de leningen niet meer gewaarborgd zijn.

Het nieuwe museumgebouw is ontworpen door Herman Zeinstra van DOK Architecten te Amsterdam en zou naar verwachting voorjaar 2010 worden opgeleverd. Met zijn oppervlakte van 10.000 m2 en een centrale hal van 150 meter is het gebouw zeer ruim ontworpen en staat het als een bakstenen gigant aan de rand van het kleine Opmeer. Ten opzichte van het gebouw waarin het museum nu is gevestigd, zou de nieuwbouw qua ruimte en tentoonstellingscondities een grote vooruitgang betekenen. Dat is nu dus in gevaar gekomen.

Dat is jammer voor de kunstcollectie, want die moet nu daglicht en een behoorlijke omgeving ontberen in een weinig inspirerende voormalige huishoudschool in Spanbroek. De schilderijen van Pyke Koch, Carel Willink en Paul Delvaux, de collectie Raoul Hynckes en Dick Ket, de recente aankopen van Marlene Dumas en Lucian Freud, verdienen een betere omgeving en zijn een reis naar het West-Friese platteland waard. Op dit moment kunnen door ruimtegebrek niet altijd de belangrijkste stukken worden getoond: bij een bezoek vandaag aan het museum waren bijvoorbeeld Dumas, Freud en de nieuwe aankoop, een Duane Hanson, niet te zien.

'Het museum zal nooit verkocht worden', zei Scheringa een jaar geleden tijdens een symposium van de Vereniging Rembrandt, en voegde daaraan toe: 'de voetbalclub en de bank wel'. Hieruit bleek wel waar Scheringa's voorliefde ligt. Het zal erom gaan spannen wat een eventueel faillissement van de DSB Bank voor de kunstcollectie en de nieuwbouw van het museum gaat betekenen. Een eventuele verkoop van de collectie door de faillisementcurators (als dat in hun macht ligt) zal wellicht enkele miljoenen opleveren. Daartegenover staat het uiteenvallen van een kunstcollectie en een nieuw museum, die in ambitie en tentoonstellingsbeleid nieuwsgierig zouden hebben gemaakt naar verdere ontwikkeling.

Programma 43ste AICA Congres in Dublin

Dublin Castle, locatie van het 43ste AICA Congres

Het programma voor het 43ste AICA Congres, dat van 25 tot en met 31 oktober aanstaande in Dublin wordt gehouden, is bekend gemaakt. Het thema dit jaar is The relations between art and science: complicity, criticality, knowledge. Het congres wordt 31 oktober afgesloten met de 62ste Algemene Vergadering, waar onder meer een nieuwe secretaris-generaal voor AICA wordt gekozen. (Lees meer hierover op deze site in de berichten van 25 en 29 augustus). Het congres vindt plaats in Dublin Castle, de locatie voor de Algemene Vergadering is het National College for Art and Design.

Het volledige programma is te lezen op http://www.aica.ie/?p=18 Verdere informatie is te vinden op de Ierse AICA site www.aica.ie Registreren per internet kan via aica2009@abbey.ie