AICA Oorkonde voor publicatie Dick Raaijmakers

Dick Raaijmakers (foto: NAI Uitgevers)

De AICA Oorkonde voor de periode 2007-2009 is toegekend aan de publicatie Dick Raaijmakers, een monografie over deze multimedia kunstenaar (1933) door de auteurs Arjen Mulder en Joke Brouwer. AICA-leden kozen met ruime meerderheid voor deze monografie. Men prees het boek als een volledige, fraaie en meeslepende monografie die de kunstenaar in al zijn facetten duidt, die een broodnodige bijdrage levert aan de herschrijving van de Nederlandse kunstgeschiedenis, en die een belangrijke inspiratiebron kan zijn voor jonge kunstenaars.

De jury, bestaande uit Domeniek Ruyters, Kitty Zijlmans en Eric de Bruyn, nomineerde deze publicatie (uitgegeven door V2_Publishing en NAi Uitgevers) met als oordeel: ‘Indrukwekkende monumentale monografie van de vermaarde Dick Raaijmakers, waarin het brede, veelomvattende oeuvre nauwgezet en inzichtelijk is geïnventariseerd in nauwe samenwerking met de kunstenaar.’

De jury besloot dit jaar boeken op de shortlist te plaatsen die bij elkaar de breedte en diepte van het Nederlandse kunstdiscours representeren: de monografie over Raaijmakers, het tijdschrift Open van SKOR, over de relatie kunst en de openbare ruimte, een monografie over Barbara Visser, het door kunstenaars geleid tijdschrift Pages, gewijd aan internationale interculturele verhoudingen en een vertaling van een Franstalig kunsttheoretisch standaardwerk met en over teksten van Jacques Rancière.

De AICA Oorkonde wordt jaarlijks toegekend aan afwisselend een tentoonstelling, een kunstinstelling en een publicatie op het gebied van beeldende kunst. Eerder dit jaar werd de AICA Oorkonde voor een tentoonstelling uitgereikt aan Eva-Maria Hermann voor haar tentoonstelling Andy Warhol: Other Voices, Other Rooms. De AICA Oorkonde wordt begin volgend jaar uitgereikt aan de auteurs Arjen Mulder en Joke Brouwer. Plaats en datum worden later bekend gemaakt.


Ann Goldstein toont vechtlust in Rembrandtlezing

Ann Goldstein in Collecting History: Highlighting Recent Acquisitions, MOCA Grand Avenue, Los Angeles, juli 2009. Foto: Brian Forrest

Door Robert-Jan Muller

Ann Goldstein, vanaf januari 2010 directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, was nog maar 9 dagen in Amsterdam toen ze vrijdagavond 22 oktober op uitnodiging van de Vereniging Rembrandt de jaarlijkse Rembrandtlezing uitsprak. Een uitgesproken verschijning is Goldstein, met het bleke gezicht en zwarte kleding, die voor de leeuwen werd geworpen: voor het merendeel select publiek van leden van de Vereniging Rembrandt en leden van haar toekomstige staf uit het Stedelijk Museum. Zoals voorzitter Martijn Sanders het in zijn inleiding aangaf, was afgesproken dat zij het niet over het Stedelijk Museum zou hebben, maar eerder een overzicht zou geven van haar werkzaamheden tijdens haar conservatorschap aan het MOCA, het Museum of Contemporary Art in Los Angeles.

Goldstein benadrukte dat haar band met het Stedelijk Museum een constante was geweest tijdens haar carrière. Haar vroegere directeur in Los Angeles van 1980 tot 1984, Pontus Hulten, was immers een adept geweest van Stedelijk Museum directeur Willem Sandberg. En in 1989 had zij haar eerste bezoek gebracht aan het Stedelijk, voor haar (en veel van haar collega's in de Amerikaanse museumwereld) een legendarisch instituut vanwege de voortrekkersrol in de jaren zestig en zeventig. Bij dat eerste bezoek had zij zo'n haast het Stedelijk te bezoeken, dat zij het Rijksmuseum maar oversloeg om steeds, zoals ze zei, 'in die prachtige zalen te kunnen zijn met dat bijzondere licht'. Goldstein leek met deze inleiding het publiek te willen overtuigen dat, hoewel ze ruim 25 jaar in Los Angeles had gewerkt, altijd hart had gehad voor het Stedelijk Museum.

Vanwege de afspraak niet op haar toekomstig beleid in het Stedelijk vooruit te lopen, had zij besloten in deze lezing een beeld van haarzelf te geven via de tentoonstellingen die zij in het MOCA als conservator had gemaakt. Zij was, zoals ze aangaf, 'opgegroeid in het MOCA'. Begonnen als bibliothecaris in het museum, werd zij er in 2001 benoemd tot senior curator. Op dat moment had zij al verschillende grote overzichtstentoonstellingen op haar naam staan, zoals A Forest of Signs: Art in the Crisis of Representation (1989) met werk van dertig Amerikaanse kunstenaars uit de jaren zeventig en tachtig, Reconsidering the Art Object (1995), het eerste grote overzicht van Amerikaanse en Europese conceptuele kunst in de Verenigde Staten en in 2004 maakte Goldstein A Minimalist Future? Art as Object 1958-1968, met als onderwerp het ontstaan van Mininal Art in de Verenigde Staten.

De indruk dat zij met deze tentoonstellingen sterk op de Amerikaanse situatie gericht is geweest, wordt bevestigd met het overzicht van solo-tentoonstellingen die zij tijdens haar lezing toonde. Amerikaanse namen als Roni Horn, Cady Noland, Christopher Wool en Barbara Kruger in de jaren negentig, worden pas in de afgelopen jaren door Europese kunstenaars afgewisseld. In 2007 toonde zij het werk van Cosima von Bonin (die in dat jaar ook alomtegenwoordig was op documenta 12) en vorig jaar maakte zij de tentoonstelling Martin Kippenberger: The Problem Perspective. Goldstein vertelde dat deze laatste tentoonstelling het eerste solo-overzicht was geweest die zij met werk van een overleden kunstenaar maakte. Dat dit haar goed is afgegaan blijkt uit de jubelende recensies die er over verschenen. Dat zij de tentoonstelling Marlene Dumas: Measuring your own grave in het MOCA dit jaar niet noemde, zal er mee te maken hebben dat Goldstein daar niet verantwoordelijk voor was. Terecht merkte interviewer Peter Hecht in het slotgesprek op, dat van elke 150 kunstwerken in de MOCA collectie er maar 25 Europees zijn. Zou Goldstein dit Amerikaanse accent in Amsterdam voortzetten? Ze hield dit in het midden door te antwoorden dat 'relaties tussen de verschillende kunstwerken belangrijk zijn voor het uitbreiden van een kunstcollectie'.

Wat de strijd in Los Angeles betreft om het voortbestaan van het MOCA, waar er hoegenaamd geen ondersteuning van de overheid is en het museum financieel gedragen wordt door ondernemingen en burgers, sprak Goldstein van een 'MOCA-bootcamp'. Steeds had het museum voor zijn financiën moeten vechten, met als dieptepunt de crisis van het afgelopen jaar, toen het museum bijna had moeten sluiten. In Goldsteins ontspannen en vriendelijke optreden in de universteitsaula klonk opeens vechtlust door: 'Nobody should take our institutions for granted', maande zij het publiek en liet blijken begrip te hebben voor de gevolgen van de absurde situatie dat de belangrijkste kunstcollectie van Nederland al jarenlang onzichtbaar is: 'Er zijn nu jongeren die nooit de schilderijen van het Stedelijk Museum gezien hebben'.

Ook had Goldstein nog een persoonlijke ontboezeming voor het publiek, dat na de kennismaking misschien nog enige reserve had: 'Coming to Amsterdam, there are things that I want to unlearn and things that I want to bring here'. En als een slotopmerking bij een sollicitatiegesprek verzekerde zij: 'I will work my butt off to get the Stedelijk Museum opened and up again'.

Vereniging Rembrandt roept Plasterk op tot uitstel verkoop Scheringa collectie

Lucian Freud, Naked Portrait in a Red Chair, 1999, Scheringa collectie.

door Robert-Jan Muller

Voorzitter Martijn Sanders van de Vereniging Rembrandt deed gisterenavond een oproep aan minister Plasterk niet alleen in woorden bij te dragen aan het behoud van de collectie Scheringa. Ook financieel zou de overheid zijn nek moeten uitsteken. Hij deed de oproep tijdens zijn inleiding van de lezing door Ann Goldstein, de komende directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, op uitnodiging van de Vereniging Rembrandt in de volle aula van de Universiteit van Amsterdam. Sanders pleitte voor een uitstel van een jaar van executie (met andere woorden: uitstel van een veiling) om instellingen en fondsen de tijd te geven alle aspecten van de collectie te onderzoeken. Pas dan kan een afgewogen beslissing genomen worden of en welke kunstwerken uit de collectie elders in Nederland een plaats kunnen vinden. Sanders vindt dat Plasterk er in het kabinet voor moet pleiten tijdens het jaar uitstel de rente op de lening (waarvan de door ABN/Amro in beslag genomen kunstwerken het onderpand zijn) door de overheid te laten betalen. Bij overhaaste verkoop bestaat, zo zei hij, het gevaar dat belangrijke stukken voorgoed naar het buitenland zullen verdwijnen. In de collectie bevinden zich schilderijen van onder meer René Magritte, Lucian Freud, Marlene Dumas en Paul Delvaux.

Verslag van Yacouba Konaté, voorzitter AICA

Yacouba Konaté

Het jaarlijkse verslag van Yacouba Konaté, voorzitter van AICA Internationaal is gepubliceerd. Hij zal deze tekst uitspreken op het 43ste AICA congres in Dublin eind deze maand. Hieronder volgt het volledige verslag.

Door Yacouba Konaté

vertaling: Henry Meyric Hughes

1. Pro Decentralisation

I should like to congratulate AICA Ireland and thank them in the name of all of us, including the Bureau and me, personally. Only 6 months ago, it seemed unlikely that this Congress would ever take place, because of the difficulties the Section had encountered, in their efforts to raise the necessary funds. I should like to thank the Irish authorities and all those people of good will whose joint efforts have finally enabled us to be here now. First and foremost, I should like to thank our colleague, Ciaran Bennett, and his team. I know that their task has not been easy, but their determination has triumphed over all the odds. And I should also like to add my thanks to Liam Kelly, whose wise counsels have contributed to enabling us to be present here today.

This year, we are sad to record the death of a number of our members. In particular, I should like to invite you, to join me in marking in a minute’s silence, as a token of our respect for the memory of our Honorary President René Berger and the former President of AICA Croatia, Darko Glavan. Our colleague, Marie-Pascale Gildemyn, from the Belgian Section, kindly agreed to represent us at the commemorative ceremony for René Berger, and I should like to thank her for that.

Likewise, I should like to thank Marie Luise Syring and Christophe Domino for representing the Association at the seminars in, respectively, Skopje and Yerevan. These seminars which were mainly financed by grants from UNESCO’s Participation may be accounted a success. The Sections in Skopje and Yerevan deserve our praise for their role, in bringing this about. The seminar in Skopje was jointly organised by Suzana Milevska and the Paris office, and the seminar in Armenia by Nazareth Karoyan. Congratulations to both! We chose to devolve the organisation of these seminars onto the principal parties, to the greatest extent that we could. We feel sufficiently encouraged by the results to believe we can continue down the path of encouraging participants in such events to take on the maximum responsibility that is consistent with answering the trust placed in us by these who provide the funds. Read more

Nieuwbouw Scheringa Museum stilgelegd

De nieuwbouw van het Scheringa Museum vergrendeld. Links een cameraman van het NOS Journaal. (Foto: Robert-Jan Muller)

Door Robert-Jan Muller

Het dreigende faillissement van de DSB Bank heeft nu ook gevolgen voor de nieuwbouw van het Scheringa Museum voor Realisme in Opmeer, enkele kilometers verwijderd van het DSB hoofdkantoor in Wognum. Vrijdagmiddag 16 oktober verscheen op de hekwerken rond het museum de mededeling dat bouwfirma Midreth bv haar retentierecht uitoefent op het inmiddels ver gevorderde bouwwerk. Eerder deze week meldde Midreth nog aan de pers dat de bouw gewoon door zou gaan, maar blijkbaar ziet de bouwfirma nu problemen opduiken. Het retentierecht betekent dat een uitvoerder van een project zijn werk kan opschorten en het bouwgebied kan afsluiten voor de opdrachtgever, tot door de opdrachtgever aan de financiële vordering wordt voldaan.

Het Museum is niet voor commentaar bereikbaar. Naar nu bekend is geworden, worden de voetbal- en kunstverzamelacitiveiten van Dirk Scheringa gefinancierd uit leningen van de DSB Bank. Wellicht dat ook de nieuwbouw van het Museum voor Realisme op die manier wordt gefinancierd. Wanneer de bank wankelt, zou het kunnen betekenen dat de leningen niet meer gewaarborgd zijn.

Het nieuwe museumgebouw is ontworpen door Herman Zeinstra van DOK Architecten te Amsterdam en zou naar verwachting voorjaar 2010 worden opgeleverd. Met zijn oppervlakte van 10.000 m2 en een centrale hal van 150 meter is het gebouw zeer ruim ontworpen en staat het als een bakstenen gigant aan de rand van het kleine Opmeer. Ten opzichte van het gebouw waarin het museum nu is gevestigd, zou de nieuwbouw qua ruimte en tentoonstellingscondities een grote vooruitgang betekenen. Dat is nu dus in gevaar gekomen.

Dat is jammer voor de kunstcollectie, want die moet nu daglicht en een behoorlijke omgeving ontberen in een weinig inspirerende voormalige huishoudschool in Spanbroek. De schilderijen van Pyke Koch, Carel Willink en Paul Delvaux, de collectie Raoul Hynckes en Dick Ket, de recente aankopen van Marlene Dumas en Lucian Freud, verdienen een betere omgeving en zijn een reis naar het West-Friese platteland waard. Op dit moment kunnen door ruimtegebrek niet altijd de belangrijkste stukken worden getoond: bij een bezoek vandaag aan het museum waren bijvoorbeeld Dumas, Freud en de nieuwe aankoop, een Duane Hanson, niet te zien.

'Het museum zal nooit verkocht worden', zei Scheringa een jaar geleden tijdens een symposium van de Vereniging Rembrandt, en voegde daaraan toe: 'de voetbalclub en de bank wel'. Hieruit bleek wel waar Scheringa's voorliefde ligt. Het zal erom gaan spannen wat een eventueel faillissement van de DSB Bank voor de kunstcollectie en de nieuwbouw van het museum gaat betekenen. Een eventuele verkoop van de collectie door de faillisementcurators (als dat in hun macht ligt) zal wellicht enkele miljoenen opleveren. Daartegenover staat het uiteenvallen van een kunstcollectie en een nieuw museum, die in ambitie en tentoonstellingsbeleid nieuwsgierig zouden hebben gemaakt naar verdere ontwikkeling.

Programma 43ste AICA Congres in Dublin

Dublin Castle, locatie van het 43ste AICA Congres

Het programma voor het 43ste AICA Congres, dat van 25 tot en met 31 oktober aanstaande in Dublin wordt gehouden, is bekend gemaakt. Het thema dit jaar is The relations between art and science: complicity, criticality, knowledge. Het congres wordt 31 oktober afgesloten met de 62ste Algemene Vergadering, waar onder meer een nieuwe secretaris-generaal voor AICA wordt gekozen. (Lees meer hierover op deze site in de berichten van 25 en 29 augustus). Het congres vindt plaats in Dublin Castle, de locatie voor de Algemene Vergadering is het National College for Art and Design.

Het volledige programma is te lezen op http://www.aica.ie/?p=18 Verdere informatie is te vinden op de Ierse AICA site www.aica.ie Registreren per internet kan via aica2009@abbey.ie

Rijksmuseum debatteert over aankoopbeleid afdeling Geschiedenis

Henri van de Velde, De nieuwe mensch, 1933; coll. Rijksmuseum Amsterdam

In het nieuwe Rijksmuseum wordt de vertrouwde afdeling Vaderlandse geschiedenis op een heel andere leest geschoeid. Daarbij hoort een aankoopbeleid van objecten, waarover het Rijksmuseum vrijdag 16 oktober een debat organiseert in de aula van de Lutherse Kerk aan het Singel in Amsterdam. Een zestal conservatoren van verschillende Rijksmuseum afdelingen neemt recent verworven objecten onder de loep als aanleiding tot een presentatie en discussie. Het debat staat onder leiding van Martine Gosselink, hoofd van de afdeling Geschiedenis Rijksmuseum. Zij leidt tevens de bijeenkomst in.  Aan de orde komen opzienbarende aankopen als het Nationaal-socialistisch getinte schilderij 'De nieuwe Mensch' en het door sommigen gewraakte monument voor de Surinaamse vrijheidsstrijder Anton de Kom. Sprekers zijn:

Gijs van der Ham: De Beeldenstorm – een onbekend canoniek schilderij
Jet Baruch: Duitse militairen fotograferen Nederland, 1940-1944
Eveline Sint Nicolaas: Een Surinaams diorama
Harm Stevens: Het schilderij van Mussert. De Nieuwe Mensch
Jan de Hond: Twee pogingen: een keer raak. De verwerving van Indiase miniaturen met een Nederlands randje
Pieter Eckhardt: De Surinaamse vrijheidsstrijder Anton de Kom in hout

Plaats: Aula Lutherse Kerk, Singel, Amsterdam; Tijd: 14.30-18.00 uur; Entree: € 10,-;Aanmelden via link http://www.rijksmuseum.nl/weekvandegeschiedenis/debat?lang=nl

Verkiezing AICA Secretaris-Generaal

(foto: Robert-Jan Muller)

De verkiezing van een nieuwe secretaris-generaal van de AICA vindt dit najaar plaats tijdens de AICA Algemene Vergadering in Dublin van 25-31 oktober. Tot nu toe hebben zich nog geen kandidaten gemeld, maar geïnteresseerden voor de functie kunnen zich tot 25 september aanmelden. De SG ziet er onder meer op toe, dat besluiten en doelstellingen van de Algemene Vergadering worden uitgevoerd en gehaald, onderhoudt de externe contacten, zoals met UNESCO, en streeft naar de uitbreiding van het wereldwijde AICA netwerk. Verder houdt de SG zich bezig met de papieren en on-line publicaties, sponsoring en het maken van beleid. De werklast is 6-8 uur per week, daarnaast drie dagen per jaar een vergadering in het hoofdkantoor in Parijs, waar zich ook de administratieve en logistieke ondersteuning bevindt. De taakbeschrijving is te downloaden (Word) door te klikken op description_sgpost .

Kunst, wetenschap en nog veel meer op AICA congres in Dublin

Jan Fabre: 'De man die op het water schrijft' (detail), Wereldtentoonstelling Zaragoza 2008. (foto: Robert-Jan Muller)

Op welke wijze heeft wetenschap bijgedragen en invloed gehad op kunst, kunstkritiek en het maken van tentoonstellingen? En in welke mate kan kunstkritiek gebruik maken van nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap; welke gebieden heeft de kunstkritiek daarbij over het hoofd gezien? Het zijn enkele van de vragen en onderwerpen die aan bod komen op het 43ste AICA congres dat van 25-31 oktober wordt gehouden in Dublin, Ierland. Achter de titel van het congres The Relations between Art and Science: Complicity, Criticality, Knowledge gaat een nogal breed scala schuil van onderwerpen. Niet alleen kunstkritiek, maar ook kunstproductie en het curatoriale werk wordt op het congres in verband gebracht met aspecten als 'geheugen' in de context van de globale economie en politiek. Daarnaast komen ook nog de invloed van 'artvenues', reëel en virtueel, bedrijfssponsoring en overheidsinitiatieven aan bod.

In de Call for papers (klik op http://www.aica-int.org/spip.php?article741 ) wordt dan ook verzocht om inzendingen vanuit een zeer ruim scala: van kunstkritiek tot kunstproductie en van critici tot curatoren. Het belooft een congres te worden dat zich niet wil beperken tot een eenduidig onderwerp en zal uitdagen tot overzicht, voor zowel de organisatoren als de deelnemers. Het programma is te zien op http://www.aica-int.org/spip.php?article600, waar ook de contactgegevens te vinden zijn. De inschrijvingstermijn blijkt overigens op 27 augustus te sluiten.

AICA Hong Kong: politieke statements

Yue Min Jun: Execution, 1995, 1,5×3 m., part.coll.

Ook in Hong Kong is een tak van de AICA actief, met een website in zowel een Chinese als Engelse versie. De AICAHK houdt zich in het repressieve Chinese culturele klimaat ook met politieke zaken bezig. Op de website is een protest te lezen tegen de aanklacht aan het adres van kunstcriticus Luke Ching, die een bespreking schreef over de tentoonstelling van Yue Min Jun, hetgeen als inappropriate werd bestempeld. Daarnaast vermeldt het Mission Statement onder meer vrije uitwisseling van informatie en vrijheid van expressie. Ook looft AICAHK, net als de Nederlandse AICA afdeling, oorkondes uit: voor de beste solotentoonstelling, best gecureerde tentoonstelling en voor een tentoonstelling van de people's choice.

Om de AICAHK site te bezoeken klik op http://www.aicahk.org/eng/about.asp en mailen via info@aicahk.org