Henk Oosterling verzorgt vijfde Premselalezing

Meçik Kara: Korte verhalen uit een Turks Huis, tent. ExperimentaDesign Amsterdam, 2008 (foto: Robert-Jan Muller)
Onder de titel Dasein als Design verzorgt Dr. Henk Oosterling op woensdag 1 april in het Koninklijk Instituut voor de Tropen de vijfde Premselalezing. In zijn lezing gaat Oosterling in op de, naar zijn opvatting, cruciale veranderende rol van design in het dagelijks leven. Design gaat volgens hem steeds meer onze levens bepalen. 'Het zijn' en design raken steeds meer met elkaar verweven, doordat we elkaar door middel van design steeds meer van elkaar kunnen onderscheiden en het tevens leidt tot hyperconsumptie. Als alternatief oppert Oosterling in zijn rede het fenomeen van relationeel ontwerpen.

Henk Oosterling (1952) heeft Japans en Wijsbegeerte gestudeerd, en doceert sinds 1985 aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is hij onder andere directeur van het Centrum voor Filosofie & Kunst en voorzitter van de Dutch Aesthetics Federation. Hij is initiatiefnemer van diverse culturele en sociale projecten, waaronder de stadsontwikkeling in het project Pakt op Zuid, onderdeel van het programma Rotterdam Vakmanstad. Voor zijn diensten voor de stad Rotterdam ontving hij de Laurenspenning 2008. 

De Premselalezing wordt georganiseerd door Premsela/Dutch Platform for Design and Fashion met het doel gastsprekers hun visie te laten geven op actuele ontwikkelingen op het gebied van design. Website http://www.premsela.org/home/-/nl

Reserveren kan via www.ticketservice.nl  

Publicaties van De Appel worden voortgezet

Cover van De Appel uitgave: Richard Hawkins

Terwijl kunstcentrum De Appel per april een locatieloos bestaan gaat leiden, worden nog steeds publicaties uitgegeven als reflectie op gehouden tentoonstellingen. Wellicht zijn deze boeken voor 2009 de enige tastbare uitingen van De Appel, omdat dit jaar, in afwachting van de nieuwe vestiging in het voormalig Popinstituut aan de Prins Hendrikkade, de actitiveiten worden verlegd van tentoonstellingen naar lezingen, symposia en discussies op ad-hoc locaties. Te verwachten is dat de serie F.R.David, een tijdschrift in boekvorm over het schrijven over en theorievorming rond hedendaagse kunst, voortgezet zal worden. De eerste twee uitgaven verschenen in 2007 en 2008. 

Onlangs verscheen bij De Appel, naar aanleiding van de tentoonstelling Richard Hawkins: Of two minds, simultaneously (november 2008) de gelijknamige uitgave, geschreven door Ann Demeester en dichter/kunstcriticus Bruce Hainly. Hawkins, van oorsprong curator en auteur, begon zijn werk als kunstenaar begin jaren negentig aan de Amerikaanse Westkust. Aanvankelijk maakte hij collages, recent presenteerde hij poppenhuizen in de vorm van bordelen. Erotiek en porno zijn constante elementen in Hawkins werk, waaraan homo-erotische en zoetige karaktertrekken niet vreemd zijn. In een serie schilderijen vanaf eind jaren negentig richt Hawkins onder meer zijn aandacht op zijn 'Creek-Indian' afkomst.

Uitgever: Verlag der Buchhandlung Walther König, Köln
Redactie: Edna van Duyn, Christopher Müller
ISBN: 978-3-86560-425-5
Prijs: € 38,-  206 pagina's Co-productie met Galerie Daniel Buchholz Keulen, Richard Telles Gallery Los Angeles, Corvi-Mora Gallery Londen, Greene Naftali Gallery New York.
Distributie:
a.koll@ava.ch, publications@cornerhouse.org, www.artbook.com

Science-fiction in het Nederlands Instituut voor Mediakunst

Persijn Broersen & Margit Lúkacs: Still uit 'Manifest Destiny' 2008, HD-video 17" (courtesy Galerie Akinci)

De tentoonstelling In Search of the Unknown in het Nederlands Instituut voor Mediakunst (Amsterdam) toont vanaf 14 februari een twaalftal internationale kunstenaars waarbij 'de zoektocht naar het onbekende en onvoorstelbare en de frictie tussen toekomst, heden en verleden centraal staat, op een moment dat de -financiële- vooruitzichten in de wereld hoogst onzeker zijn'. De tentoonstellingsmakers hebben gekozen voor kunstenaars die gebruik maken documentaire, wetenschap, fantasie en science-fiction om de frictie tussen verleden, heden en de onvoorstelbare toekomst te verbeelden. Sommige van de kunstenaars maken gebruik van science-fictionachtig wetenschappelijk onderzoek naar 'het nog onkenbare of onvoorstelbare', anderen (de groep r a d i o q u a l i a) laten onbekende geluiden uit de kosmos horen.

Deelnemende kunstenaars zijn Neïl Beloufa (FR), Persijn Broersen & Margit Lukács (NL), Heman Chong (MY), Graham Ellard & Stephen Johnstone (UK), Johannes Heldén (SE), Sebastian Diaz Morales (AR/NL), Ann Lislegaard (NO), r a d i o q u a l i a (NZ), Semiconductor (UK) en Mark Aerial Waller (UK). 

Tijdens de opening op 13 februari treedt een aantal kunstenaars op, zoals Johannes Sterk en Elias Tieleman 'na hun terugkomst op aarde', terwijl Antoine Schmitt een nieuwsbericht van de toekomst verzorgt (Time Slip).

In Search of the Unknown
Opening 13 februari 17.00 – 19.00; van 14-02-2009 t/m 25-04-2009 in het Nederlands Instituut voor Mediakunst (Montevideo/Time Based Arts), Keizersgracht 264, Amsterdam; T 020 6237101; E info@nimk.nl

Steve McQueen wint Britse Oscar voor film 'Hunger"

Steve McQueen tijdens BAFTA uitreiking uitgezonden door de BBC (foto: Robert-Jan Muller)

Videokunstenaar Steve McQueen heeft gisteravond in Londen de BAFTA Award voor zijn eerste bioscoopfilm Hunger (2008) gewonnen in de categorie special achievement by a British director, writer or producer for their first feature film. McQueen schreef en regisseerde de film die grotendeels zonder gesproken tekst is en zich afspeelt in de Noord-Ierse Maze gevangenis, waar de hongerstaking van IRA gevangenen pijnlijk in beeld wordt gebracht. De film heeft internationaal al veel lof en meerdere prijzen gekregen, o.a. in 2008 op het filmfestival van Cannes de Gouden Camera en op het filmfestival van Venetië de Gucci Prijs. De BAFTA is de Engelse variant van de Amerikaanse Oscar. 

McQueen, die met zijn vrouw, kunstcritica Bianca Stigter, afwisselend in Londen en Amsterdam woont, is dit jaar de officiële Britse inzending voor de Biënnale van Venetië. Hunger moest het in de BAFTA strijd onder meer opnemen tegen de film MammaMia, waarin Meryl Streep de hoofdrol speelt.

Bekijk enkele clips van Hunger door te klikken op http://www.screenrush.co.uk/video/player_gen_cmedia=18844203&cfilm=115096.html

 

Debat over rol van critici, curators en kunstenaars in Witte de With

Sanja Ivekovic: Papaverveld, documenta 12, 2007

Kunstcentrum Witte de With organiseert vanaf maart drie symposia onder de titel Rotterdam Dialogues: Critics, Curators, Artists. Met deze reeks wil Witte de With een platform zijn voor uitwisseling en debat, gericht op de praktijk van drie deelnemers aan de hedendaagse kunstwereld: de criticus, de curator en de kunstenaar. Het is een vervolg op de reeks discussies vorig jaar oktober, toen gericht op kunstcritici (The Critics, zie bericht op deze site 17 september 2008). Het programma bestaat uit lezingen, panels, dialogen, interviews en een parallelprogramma van workshops en masterclasses. Volgend op de eerste editie van de reeksThe Critics, verschuift op 5, 6 en 7 maart de aandacht naar The Curators. Het derde en laatste deel, The Artists, zal plaatsvinden op 16, 17 & 18 april 2009.

Programma

Donderdag 5 maart: Expectations; Gesproken wordt over de wijze waarop de persoonlijke verwachtingen van individuele curatoren, maar ook verwachtingen van het publiek en kunstenaars, het vak en keuzen van de curator beïnvloeden. 

Vrijdag 6 maart: Positions; De focus ligt op de dagelijkse praktijk van de curator, het belang van het opbouwen van een reputatie, de invloed die curatoren hebben op het vormen van een kunsthistorische canon en de invloed van de markt op keuzen. 

Zaterdag 7 maart: Contexts; Over de de geschiedenis van het vak. Wat zijn de onderliggende structurerende voorwaarden en ideeën over de (functie van de) curator en hoe past dit in de steeds meer internationale (globale) praktijk van het tentoonstellingsmaken.

Sprekers zijn onder meer Bart De Baere, Carolyn Christov-Bakargiev, Ute Meta Bauer, Lorenzo Benedetti, Iwona Blazwick, Nicolas Bourriaud, Ann Demeester, Hou Hanru, Jan Hoet, Jens Hoffmann, Paul O'Neill, Livia Páldi, Philippe Pirotte, PiST, Irit Rogoff, Beatrix Ruf, The Salford Restoration Office, Brigitte van der Sande, Kitty Scott, Seth Siegelaub, Saskia van Stein, Adam Szymczyk, Andrea Viliani en Rein Wolfs.

Jan Hoet geeft een masterclass (onderwerp niet vermeld) en Raimundas Salaskuasas verzorgt een workhop curatorschap. 

Data: 5, 6 en 7 maart 2009
Tijd: Ontvangst en inschrijving vanaf 12:30 uur; aanvang programma om 13:30 uur
Kaarten: Dagkaart: €15 (€10*), Passepartout: €40 (€25*). Alleen contante betalingen zijn mogelijk. 
* korting voor studenten, Vrienden van Witte de With. Locatie: Witte de With, Rotterdam
Reserveren: 
reservations@wdw.nl

Singer Prijs 2009 toegekend aan Maria Roosen

Maria Roosen, Roosenkrans, tent. Fragile Beauty, Kunst Palast Düsseldorf, 2008

De Singer Prijs 2009 wordt dit voorjaar toegekend aan Maria Roosen voor haar originele en eigenzinnige oeuvre. De jury kent deze prijs toe omdat Roosen haar persoonlijke en thematische verhaal steeds herkenbaar tot uitdrukking weet te brengen. Daarbij past zij op originele wijze haar vormentaal toe waarin glas veelal het beginpunt is van een grensverleggende materiaalcombinatie. De uitreiking vindt plaats op zondag 29 maart bij de opening van de tentoonstelling van een keuze uit haar werk in het Singer Laren.

Deze kunstprijs van de Stichting Vrienden van het Singer Museum is bedoeld als oeuvre prijs voor een kunstenaar in het midden van zijn of haar carrière en bestaat uit een tentoonstelling met een publicatie en een aankoop voor de collectie van Singer Laren.

 

 

 

 

 

 Maria Roosen

Voor de tentoonstelling in Singer Laren selecteerde Roosen een aantal 'topstukken' uit haar oeuvre die elk voor zich en als geheel de belangrijkste aspecten van haar oeuvre en denk/maakwijze belichten. Ter gelegenheid van de tentoonstelling en de prijstoekenning maakte Roosen i.s.m. uitgeverij Valiz een publicatie waarin zij reflecteert op haar werkproces van de afgelopen 15 jaar.

Als onderdeel van de Singer Prijs krijgt Roosen de opdracht een werk te ontwerpen en uit te voeren voor de nieuw in te richten beeldentuin van het Singer Laren.

De jury van de Singer Prijs bestaat uit Robbert Roos (voorzitter), Robert-Jan Muller en Ineke Middag.

Zomercursus voor professionals Nederlandse 17de eeuw

 

 

 

 

 

 

Rijksmuseum Amsterdam met Rembrandts Staalmeesters, een van de locaties van de Zomercursus (foto: Robert-Jan Muller) 

 

Van 16 t/m 27 augustus 2009 organiseert de AMSU (Amsterdam Maastricht Summer University) in samenwerking met het Rijksmuseum, het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) en CODART (Curators of Dutch and Flemish Art) weer de zogeheten Zomercursus onder de titel: Dutch Art of the Golden Age: Sources and Perspectives. Het volledige programma alsmede de aanmeldings- en selectieprocedure zijn te vinden op de website van de AMSU: www.amsu.edu/en/course/dutch-art-of-the-golden-age-sources-and-perspectives/.

De cursus is bedoeld voor wetenschappers en studenten gespecialiseerd op het gebied van de Nederlandse zeventiende eeuw kunst. Bij aanmelding dient een cv en motivatie te worden geleverd. Op basis daarvan wordt de toelating beoordeeld. Kosten voor deelname zijn € 900,-.  Docenten zijn gerenommeerde wetenschappers op het kennisgebied. Tijdens de cursus worden verschillende locaties in Nederland bezocht.  

AICA wenst de kunst een voorspoedig en openbaar 2009!

 Rijksmuseum, bibliotheek, december 2008 (foto: Robert-Jan Muller)

Amsterdam is in 2009 uitgeroepen tot Art City. Met een vanzelfsprekend 'bruisende' campagne worden toeristen lekker gemaakt met het overvolle kunstaanbod van Amsterdam. Daarbij wordt voorbij gegaan aan het feit, dat twee van de belangrijkste Amsterdamse centra voor hedendaagse beeldende kunst in 2009 geen onderkomen hebben. Het zal nog een klein jaar duren voor het internationaal gerenommeerde De Appel zijn intrek kan nemen in het voormalige Popinstituut aan de Prins Hendrikkade en pas in december 2009 (zo wordt beloofd) opent het Stedelijk Museum zijn vernieuwde deuren. Voor het moment wordt met bouwkeet en ad hoc presentaties door het SM en De Appel het hoofd hoog gehouden. Het Rijksmuseum mag blij zijn als het in 2013 zijn nieuwbouw gereed heeft. Kerncollectie en hard-hat tours zijn datgene wat het huis van nationale schatten op dit moment nog te bieden heeft. Per 2009 organiseert ook het Theater Instituut Nederland (TIN) geen tentoonstellingen meer in Amsterdam en gaat een nomadisch bestaan leiden. De gemeente Amsterdam schijnt er niet de ironie in te zien zichzelf nu als Art City te pluggen. De stekker is voorlopig uit de belangrijkste Amsterdamse kunstinstituten. Hij wordt ingeplugd in een reclamecampage. 

 

MARLENE DUMAS. De getuige als regisseur

Marlene Dumas, Exotic Lingerie, 1983, 130 x 224 cm. Bruikleen © Centraal Museum, Utrecht

The Museum of Modern Art toont tot en met 16 februari 2009 Measuring your own grave, een overzichtstentoonstelling van het werk van Marlene Dumas. In New York geven 70 schilderijen en 35 tekeningen inzicht in de ontwikkeling van het werk van Dumas sinds de late jaren '70. Bert Jansen (kunstcriticus) publiceert hier naar aanleiding van deze tentoonstelling een bewerking van zijn artikel dat eerder verscheen in Jong Holland. Zijn de schilderijen en tekeningen van Dumas dagboekachtige confidenties of maakt zij als een sociologe of psychologe mondiale kwesties bespreekbaar? Jansen: 'Dumas ontsnapt door het toelaten in haar werk van persoonlijke aanleidingen aan een belerende, generaliserende en moraliserende teneur'.  (English summary after the jump: Marlene Dumas. The witness as director; By Bert Jansen)

Door Bert Jansen

Wordt Marlene Dumas zo hoog geschat om de fermheid waarmee ze het persoonlijke als onderwerp in haar werk durft te nemen of om de afstandelijkheid waarmee ze een mondiale problematiek aan de orde stelt? Een vergelijking van enkele werken uit de beginjaren van haar oeuvre leert dat juist het vermijden van eenduidigheid in deze tegenstelling de basis vormde voor haar kunstenaarschap.

Afgaande op wat je hoort en leest over Marlene Dumas (1953) lijkt de visie op haar kunstenaarschap steeds een keus tussen twee uitersten. Enerzijds is er de groep die de kunstenares bewondert om de ontwapenende vrij­moedigheid waarmee zij sinds 1977 in haar collages, tekeningen en schilderijen alles wat tot het persoonlijke wordt gerekend open­baar maakt. Voor deze groep fungeert Dumas als rolmodel, vooral om de manier waarop zij zaken aan de kaak stelt die de positie van de vrouw betreffen: clichés over vrouwen in de media en de reclame, pornografie voorgesteld als erotiek, het valse sentiment rond het moederschap, de mannelijke suprematie in de kunst.

Het probleem met deze visie is dat zij kunstwerken opvat als dagboekachtige confidenties. Dagboeken schrijven we allemaal maar daarmee is wat aan de pagina's wordt toevertrouwd nog geen literatuur. Een literaire tekst wordt slechts ten dele gedragen door de vertelling. De plaats van de schrijver wordt ingenomen door de autonome vorm van de tekst: zinsbouw, woordkeus, ritme. Is deze voorwaarde in de wereld van het boek algemeen geaccepteerd, in de beeldende kunst bestaat vaak het misverstand dat het vergasten van de kijker op ongewenste intimiteiten een bewijs zou zijn van een avant-garde standpunt.

De andere vaak gehoorde visie op het werk van Marlene Dumas lijkt het tegendeel van de eerste. Omdat de kunstenares zaken aan de orde stelt waarin een generatie zich herkent, krijgt zij de status van een sociologe of een psychologe die een mondiale problematiek zichtbaar en bespreekbaar maakt. Deze gedachte is vooral te vinden bij curators van groepstentoonstellingen die de maatschappelijke relevantie van kunst willen benadrukken. Zo vermeldde het persbericht van de tentoonstelling Respect! Vormen van Samenleving  in Marokko waaraan Dumas deelnam: "Ze [de kunstenaars] ontmaskeren stereotype beeldvorming, slaan bruggen tussen verschillende culturen en ontwikkelen nieuwe sociale structuren en alternatieve modellen voor samenleven."

Met deze nadruk op maatschappelijk engagement deelt deze visie Marlene Dumas eigenlijk in bij voorbeelden die haar in de vormende jaren voor 1983 inspireerden: Cindy Sherman (1955), Barbara Kruger (1945) en Jenny Holzer (1950).1) Daarbij wordt echter vergeten dat Dumas door het toelaten in haar werk van persoonlijke aanleidingen destijds juist ontsnapte aan de belerende, generaliserende en moraliserende teneur in het werk van haar voorbeelden. Read more

Rare, Great and Fresh: Hedendaagse kunst en financiële crisis door Sotheby's verklaard

 

 

 

John Currin (schilderij), Tobias Meyer (hand).     (foto: Robert-Jan Muller)

 

Door Robert-Jan Muller

De grote veilinghuizen in hedendaagse kunst, zoals Christie's, Phillips, Sotheby's en Bonhams, krijgen direct te maken met de turbulente ontwikkelingen in de financiële wereld. Vermogende collectioneurs zijn vaak niet meer zo vermogend en verzamelaars die nog niet veel pijn voelen van de crisis worden voorzichtig. Alleen de werken van gevestigde namen, en dan vooral het werk van onbetwiste kwaliteit, provenance en tentoonstellingsgeschiedenis kunnen verzekerd zijn van een goede veilingopbrengst. Zo zal het aangeboden werk van bewezen kaskrakers als Picasso, Bacon, Rothko en Guston voorlopig nog topprijzen halen. Afgelopen november bracht het abstracte Beggar's Joys van Philip Guston (met de vroege datering 1955-56) bij Sotheby's New York USD 10,162,500.- op.

 Philip Guston: Beggar's Joys, 1955-56

 

 

 

 

De hedendaagse Chinese schilderkunst, tot recent nog een gewild experimenteer- en speculatiegebied in het veilingwezen, bevindt zich echter, wat de veilingopbrengsten betreft, in de gevarenzone. Het werk van Yue Minjun (bekend van de gezichten met een bevroren tandpasta lach) en Zhang Xiaogang bereikte eerder dit jaar nog plafondrecords (een familieportret van Zhang behaalde een bovengeschatte opbrengst van € 4.344.737,- in april dit jaar), maar afgelopen oktober bereikten beiden een veilingopbrengst die maar net boven de laagste estimate lag. En deze schatting was al laag gehouden. Zowel Yue als Zhang zijn hedendaagse kunstenaars met 'erkende' veilingkwaliteit, net als de Brit John Currin. Diens schilderij Nice 'N Easy resulteerde bij Sotheby's in november in een veilingresultaat van USD 5,458,500.-.

John Currin: Nice 'n Easy, olieverf op doek, 111.8 x 86,4 cm., 1999

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is interessant hoe Sotheby's zijn top veilingstukken aanprijst. Sinds enige tijd wordt daarvoor het middel van de zg. Private View gebruikt, een on-line rondleiding langs enkele binnenkort te veilen topstukken. De aangeboden werken zijn inderdaad van zeer hoge kwaliteit en ze worden niet alleen aangeprezen, maar ook voorzien van een zekere kunsthistorische context door de verschillende 'gidsende' veilingexperts. Daarnaast wordt er gewezen op hun herkomst en welke soortgelijke werken er wel of niet bestaan en wellicht (niet) op de markt zullen verschijnen. Om een voorbeeld van zo'n private view te bekijken (en kennis te maken met de intrigerende persoon van Tobias Meyer, Worldwide Head Contemporary Art Sotheby's) klik op http://www.sothebys.com/video/privateview/N08489/index.html 

Recent produceerde Sotheby's echter een on-line bericht aan de collectioneurs, waarin Meyer en enkele van zijn medewerkers de visie van het veilinghuis presenteren op de risico's en kansen tijdens de huidige 'dramatic different financial situation'. Nu wordt duidelijk dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen 'what is great and what is not so good'.  Sterke nadruk wordt gelegd op degelijkheid en expertise van Sotheby's en zijn experts. De John Currin deed het goed en bracht een hogere prijs op dan de estimate (3,5-4,5 miljoen USD). Volgens Tobias Meyer voldeed het schilderij dan ook aan de essentiële voorwaarden die een kunstwerk op dit moment tot een zekere investering maken: het is Rare, Great and Fresh.  Klik voor deze video op http://recp.rm05.net/servlet/MailView?ms=MTMxMjQ5MgS2&r=NTM1OTQyNjcyNAS2&j=MTQ2MDMxMjY5S0&mt=1&rt=0 

Â