AICA Nederland organiseerde op vrijdag 22 januari 2016 in het Stedelijk Museum in Amsterdam een symposium onder de titel Het Nieuwe Netwerk over netwerken in de digitale ruimte ten aanzien van kunst en kunstkritiek. Hoe verandert het internet, als netwerk, de wereld van de kunst en de kunstkritiek?
Door Anna van Leeuwen
'Online kunstkritiek is here to stay', zegt Robert-Jan Muller, voorzitter van AICA Nederland, als aftrap van het symposium. Het was de conclusie van de AICA Dag van de Kunstkritiek (2009), waarop deze samenkomst een vervolg is.
Eerste spreker Leontine Coelewij heeft als samensteller van de tentoonstelling van Seth Siegelaub: Beyond Conceptual Art uitgebreid onderzocht hoe hij te werk ging. Want hoe netwerk je in het pre-digitale tijdperk? Opvallend is dat Seth Siegelaub destijds al schreef: 'information is going back and forth so quickly'.
Interessant zijn de aantekeningen van een van Siegelaubs reizen naar Europa: een lijstje waarop hij bijhield wie hij waar ontmoette. Hij was goed in het onderhouden van zijn netwerk, legt Coeleweij uit: door te bellen en brieven te schrijven. Siegelaub beschouwde zich als een consultant en dacht ook aan marketing. Zo werd voorafgaand aan de January Show (in 1969) een heuse fotoshoot met de deelnemers georganiseerd.
Robert Jan Muller vraagt naar aanleiding van Coeleweijs verhaal hoe die dynamiek van Seth Siegelaub als persoon is terug te vinden in de Egress foundation.
Hier geeft Leontine Coeleweij het woord aan Marja Bloem, huidig beheerder van de Egress foundation en partner Siegelaub. Ze legt uit dat de naam van de stichting voortkomt uit een anekdote uit de circuswereld. Als er een bordje werd geplaatst: 'Egress this way' hadden mensen soms niet door dat daarmee de uitgang werd bedoeld. Ze stonden onverwachts buiten. Dit begrip koos Siegelaub omdat het aangeeft dat 'alle opties open zijn'. 'Je kunt er alle kanten mee op', legt Bloem uit. Om dezelfde reden koos hij voor zijn uitgeverij de naam 'International General'.
Thijs Lijster is uitgenodigd naar aanleiding van het essay dat hij met Pascal Gielen schreef in het boek Spaces for Criticism-Shifts in Contemporary Art Discourses. Er is volgens hen sprake van een de-lokalisering en de-historisering van de kunstkritiek. Er is geen sprake van een crisis, maar van een verschuiving. In Walter Benjamins essay Der Erzaehler (1936) beschreef hij het einde van de verhalenvertellers. Hij onderscheidde twee archetypes: de handelsreiziger en de huismus.Lijster en Gielen vergelijken deze archetypes met twee traditionele rollen die de criticus kan aannemen: die van reiziger naar internationale tentoonstellingen etc., en die van historicus.
De Britse sociaal-theoreticus David Harvey heeft beschreven dat een van de kenmerken van onze tijd is dat er sprake is van tijd-ruimte compressie. Het risico bestaat door die tijd-ruimte compressie (globalisering) en het internet dat er 'generieke kunst' ontstaat. De McGuggenheimisering: waar je ook bent, je ziet dezelfde kunst. Dit noemen Lijster en Gielen 'delokalisering'. Tegelijkertijd neemt de 'theorie' de overhand: 'dehistorisering'.
Het antwoord op deze twee veranderingen is volgens Lijster en Gielen tweeledig, namelijk: 'espacement' en 'rehistorisering'. Espacement houdt in: het scheppen van ruimte. Het gaat erom ruimte als iets dynamisch, performatiefs op te vatten, zegt Lijster.Wat betreft de rehistorisering citeert Lijster het imperatief van de marxistische theoreticus Fredric Jamesons: 'always historicize!'. Lijster betoogt dat de context van belang is: kunstkritiek moet cultuur- en maatschappijkritisch zijn.Over het netwerk heeft Lijster nog een interessante opmerking. Tot de jaren tachtig had het netwerk louter negatieve connotaties beschrijft hij (drugsnetwerk, wapenhandelnetwerk), sinds Bruno Latour en het internet gebruiken we het woord in positieve zin.
Na het betoog van Lijster komen uit de zaal tegenvoorbeelden: in de hedendaagse kunst is toch juist vaak bijzonder veel aandacht voor lokale kunst? Lijster antwoordt dat hij die voorbeelden opvat als een symptomen van een tegenbeweging binnen de delokalisering van kunst.
Rosa Menkman is de laatste spreker en naar eigen zeggen (en dat geloven we) de jongste. Ze richt zich op 'resoluties': regels die online gelden. Bovendien organiseert ze 'critical writing events'. Daarnaast heeft ze een blog: Sunshine in my throat.
Naar aanleiding van deze uitnodiging is ze gaan kijken naar haar manier van informatie verwerven en uitwisselen. Het valt haar nu op dat ze geen websites meer bezoekt: 'Ik krijg mijn informatie via meer gecentraliseerde platforms' beschrijft ze, zoals Twitter of Facebook. 'Ik volg specifieke personen met specifieke interesses', beschrijft ze.
Wat betreft de wijze van publiceren online citeert ze Jennifer Lucy Allen (van the Wire) die haar beschreef hoe vroeger 'een publicatie een einde' betekende en nu, dankzij het commentaar dat ontstaat, ook een begin inhoudt. Als je online publiceert stelt dit je daarom voor de vraag: waar eindigt mijn verantwoordelijkheid?
Aan de hand van een Facebook-aandiging van het festival Sonic Acts laat Menkman zien hoe de sociale media de gebruiker haast dwingen te adverteren: het bereik is veel groter dan het 'organische' bereik (via likes). Op het festival probeert ze bovendien te bekijken hoe kunstkritiek kan bijdragen aan het festival zelf.